Hoewel de Frankfurter Buchmesse pas in oktober op de agenda staat, worden er direct na de zomervakantie al volop afspraken gemaakt voor ontmoetingen met agenten, redacteuren en uitgevers. Een enkele keer werd ik ook benaderd door een vertegenwoordiger van een culturele organisatie. Zo kreeg ik mijn afspraak met Misia Sert. Zij werkte voor een instelling die de vertaling van Catalaanse literatuur bevorderde.
Misia Sert? Waar kende ik die naam van? Ik herinnerde me de memoires van een zekere Misia Sert, die me ooit waren aangeraden door Rosita Steenbeek. Op mijn vraag of er sprake was van een familierelatie met deze bijzondere vrouw, reageerde de Catalaanse zo enthousiast dat we aan de praat raakten. Ze vertelde dat haar verre familielid en naamgenoot was opgegroeid in het kunstenaarsmilieu van haar vader, een Poolse schilder. Haar moeder had in het kraambed het leven gelaten. Misia werd pianiste – leerling van Franz Liszt – en vertrok naar Parijs. Naast haar muzikale talent had ze een bijzondere gave: als geen ander was ze in staat te motiveren, te stimuleren en te helpen. Ze had een feilloos gevoel voor talent. Voor velen was ze een muze in de ware zin van het woord. Ik heb het over schilders als Renoir, Picasso en Toulouse-Lautrec, over musici als Strawinsky, Debussy, Poulenc en Ravel, over dansers als Vaslav Nijinski en Michel Fokine, over schrijvers als Proust, Cocteau, Colette en Gide. Met Serge Diaghilev en Coco Chanel onderhield ze innige vriendschappen, hoewel de laatste ook haar concurrente was. Haar drie huwelijken leidden alle drie tot scheidingen, maar financieel legde dat alles haar geen windeieren. Geld was nooit een probleem. Voor de generale van het ballet Petroesjka waren alle plaatsen verkocht. Het doek bleef echter dicht. Het werd al onrustig in de zaal toen ineens de deur van Misia’s loge werd opengegooid. In de deuropening stond Diaghilev. ‘Snel, heb je vierduizend frank?’ ‘Niet hier, thuis wel. Waarom? Wat is er aan de hand?’ En toen bleek dat de costumier niet betaald was en weigerde zijn werk uit handen te geven vóór hij zijn geld had gekregen, vloog Misia naar huis. Tien minuten later ging het doek op. De costumier had zijn vierduizend frank en Petroesjka werd een daverend succes.
De Catalaanse Misia wist me te vertellen dat haar familielid begraven ligt op een klein kerkhof bij het Franse dorpje Valvin, waar ook haar oude vriend Mallarmé zijn laatste rustplaats heeft. Aan een gesprek over Catalaanse literatuur zijn we niet toegekomen.
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2019.