Column Aefke ten Hagen: Een lege huls

‘Belgen zijn beter’, zo kopte het NRC al in 2006. De fictie van Nederlandse auteurs zou maar bleekjes afsteken bij hun jonge Vlaamse tegenhangers. Taalgevoel, stijl en eigengereidheid onderscheidt de Vlamingen van de Nederlandse schrijvers, stelde het dagblad.

Ik ben ook fan van de Vlaamse schrijver. In de loop der tijd is een groot deel van mijn boekenkast ingenomen door literair werk van onze zuiderburen.
Zo las ik laatst Kom hier dat ik u kus. Achter elke zin schuilt een schat aan gedachten en inconsistenties. De Wereld Draait Door noemde dit boek ‘prachtig’, en dat is een understatement. Het is een juweeltje dat iedereen moet lezen. Verder hebben we natuurlijk Dimitri Verhulst. Een Belgisch taaltalent. En Tom Lanoye. ‘Een verrijzenis van allure’, meende de Volkskrant. Daar heb ik op zich niet zoveel aan toe te voegen.
Of nou ja. Natuurlijk heb ik wel iets voor in dit rijtje. Ik maakte in 2005 kennis met mijn lievelingsschrijver: Stefan Brijs. Met De engelenmaker werd hij pas bekend bij een breder publiek. Daar hoorde ik ook bij. Ik ben geen fan van het eerste uur, omdat ik simpelweg niet wist dat hij bestond. Na het lezen van De engelenmaker was ik verkocht. Mensen die het boek niet hadden gelezen, drong ik het op. Mensen die zeiden dat het verhaal hen niet zo aansprak, waren bekrompen. Narrig dacht ik dat ze het boek niet hadden begrepen, anders zouden ze wel beter weten. Ik volgde Stefan Brijs op de voet. En zo kwam ik erachter dat hij op een bepaald moment bij Manuscripta was om te vertellen over zijn nieuwe roman.
Thuis bereidde ik onze ontmoeting voor, alsof ik hem zelf zou interviewen. Ik bedacht wat ik aan zou doen, hoe ik hem te woord zou staan als dat zou lukken, en ik zorgde dat ik op tijd op de plaats van bestemming was. Verder had ik natuurlijk een aantal inhoudelijke vragen paraat. Tijdens het interview luisterde ik met volle aandacht naar mijn idool. Wat hij vertelde, kon ik helaas niet verslaan. Ik weet alleen dat ik compleet onder de indruk was. Naderhand gaf de interviewer het publiek de kans om Stefan Brijs een vraag te stellen. Ik voelde me een lege huls in een nieuwe jurk. Toch vond ik dat ik iets moest vragen, want dit was mijn kans. Ik wachtte op een goed moment en stelde een vraag die het eerst bij me op kwam. ‘Wanneer ligt Post voor mevrouw Bromley in de winkel?’ ‘In oktober’, zei hij.
Toen ik buiten stond, voelde ik hoe het bloed door mijn aderen suisde.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven