Cel – Charles den Tex

Hij is zelfs de enige getuige. De politie ondervraagt hem over wat hij gezien heeft. Een routinekwestie. Maar tot zijn stomme verbazing wordt hij na afloop aangehouden op verdenking dat hij enkele maanden eerder een dodelijk ongeluk zij hebben veroorzaakt en te zijn doorgereden.
Michael weet van niets. Hij is de afgelopen tijd in het buitenland geweest voor zaken, wat hem in de ogen van de politie extra verdacht maakt. Er is maar één mogelijkheid: iemand anders heeft zich als Michael Bellicher voorgedaan, heeft in een auto gereden met zíjn kentekenplaten. Iemand heeft kortom, Michaels identiteit geroofd.
Want het houdt niet op bij het auto-ongeluk waarbij de auto op Michaels naam blijkt te staan. Michael wordt ook verdacht van het plegen van een ramkraak op een juwelier en er is op zijn naam een gigantische hypotheek op een waardeloos tuinbouwbedrijf.
Het is nu zaak uit handen van de politie te blijven en zijn identiteit terug te krijgen.
Daarmee begint een spannende zoektocht waarvan de afloop niet bij voorbaat vast staat.

Boekfragment

Van Bilt pakte een paar papieren uit de map, schikte ze voor zich op de tafel, zette een leesbril op en begon voor te lezen. ‘Om tien voor twee op 2 juli werd in Monster, Zuid-Holland, een man aangereden.’ Hij stopte en keek me aan over de rand van zijn leesbril.
Ik zei niets.
(…)
‘De man heeft zijn beide benen verloren, zijn rug gebroken en zware inwendige bloedingen gehad’, zei Van Bilt zonder nog in het verslag te kijken. ‘Hij ligt in het ziekenhuis en zijn vooruitzichten zijn slecht.’
‘Dat geloof ik onmiddellijk.’
‘Nee toch.’ Van Bilt kon zijn sarcasme niet meer onderdrukken.
Ik zweeg. Dat dit allemaal aan mij werd verteld en dat ik het op een politiebureau in Monster moest horen, stelde me niet gerust. De overeenkomsten met de gebeurtenissen van die ochtend waren overduidelijk. Hit and run.
‘Van de auto hebben we alle gegevens’, zei Van Bilt. ‘Niet alleen door de getuigenverklaring, maar ook door de foto die automatisch werd gemaakt toen hij door het rode licht reed.’
‘Mooi’, zei ik.
Van Bilt antwoordde niet. Hij pakte een envelop en haalde er een foto uit die hij naar me toe schoof. ‘Het betreft een bronskleurige BMW 5-serie’, zei hij.
Ik keek naar de foto van een BMW die door een rood stoplicht reed op een kruispunt dat ik nog nooit had gezien. De fietser stond ook op de foto. Het was het moment vlak voor de aanrijding, vastgelegd zoals het nooit meer worden zou.
‘Kenteken’
‘NN-BD-80’, zei ik.
‘Dus u kent de auto?’
‘Nee, dat zie ik hier op de foto.’
(…)
‘Bronskleurige BMW 5-serie, kenteken NN-BD-80’, herhaalde Van Bilt en weer keek hij me aan.
‘Ja. En?’ zei ik.
‘Wilt u over die auto misschien iets zeggen?’
‘Ik zou niet weten wat.’
Van Bilt haalde een vel papier uit de map en schoof ook dat naar me toe. Het was een uitdraai van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, centrale kentekenregistratie. Betreft: Eigendom van een BMW 5-serie, NN-BD-80, kleur brons.
De auto stond op mijn naam.
(…)
Zo’n auto kan uit zichzelf al niet, en daarom kan die bronskleurige BMW niet op mijn naam staan. En als hij wel op mijn naam staat, dan is dat mijn naam niet. Ik denk misschien dat ik Michael Bellicher ben, maar die is eigenaar van een bronskleurige BMW, en een andere Michael Bellicher ken ik niet. Dus als dat mijn auto is, dan weet ik niet wie ik ben.
`Die auto is niet van mij’, zei ik.
`Dat zegt u.’
`Dat zeg ik, ja.’ Ik wilde het schreeuwen, gillen, maar ik hield me in. De omvang van de ellende die op me af kwam, begon langzaam tot me door te dringen.

Charles den Tex, Cel, Uitgeverij De Geus, ISBN 978 90 445 1108 6 (€ 21,90)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven