’s Avonds fietsten we naar een openluchtconcert in het centrum. De zon zakte achter de bierkeet en bands speelden jarenzeventigdeuntjes. Ik stond achter Silke en deed mijn best om niet mijn handen om haar middel te leggen. Het werkte: na anderhalf uur pakte ze mijn handen en legde ze zelf op haar buik.
Op het videoscherm naast het podium verschenen korte shots van stelletjes in dezelfde houding. Ik inspecteerde de hoge muren van ruggen en hoofden om ons heen. Nee, die camera zou ons niet vinden. En dat was goed, want zodra mensen zichzelf ontdekken op zo’n scherm, dan gaan ze kijken en wijzen, dan laten ze elkaar los.
Middernacht, bij haar thuis. ‘Ik ga eerst nog even douchen.’ Ik was in het stadium beland dat ik overal een opmaat in hoorde, zelfs in de klik van het rode boogje dat ze onder de deurklink draaide. In de gemeenschappelijke woonkamer vond ik een televisiegids. Ik probeerde te lezen, maar werd gelokt door het geluid van vallend water. Ik hield mijn oor tegen de badkamerdeur en hoorde voeten schuiven over de badkuip. Geraas en getik dat soms werd onderbroken door een plens van uiteenspattend water. Ik stelde me voor hoe ze stuwmeertjes tegen haar buik maakte. Hoe het reservoir langzaam volliep, om dan ineens, rats, in een waterval langs haar benen naar beneden te stromen.
‘Kom je tandenpoetsen?’
Ze droeg twee handdoeken, een om haar lijf gewikkeld, en een om haar hoofd. Ik keek op van de televisiegids, had de badkamerdeur verlaten toen ik haar de kraan hoorde dichtdraaien.
Het was krap voor de spiegel. Schouder aan schouder poetsten we onze tanden. Haar lichaam gloeide na van de douche, kleine rode vlekjes op haar wangen. Ze begon te neuriën. Haar stem vulde de ruimte en zette alles in beweging. De lucht, mijn huid, de trilhaartjes in mijn binnenoor. Ik wilde mee doen, maar durfde die eerste toon niet aan te slaan. Hij zou te hard zijn, te vals.
Onze tandpasta vermengde in de wasbak.
‘Kom je mee?’
Ze raakte me kort aan terwijl ze het vroeg. In gedachten reconstrueerde ik de beweging van haar hand. Ik maakte er een vertraging van, zocht naar verborgen boodschappen.
Zoals je een hond een klopje op zijn rug geeft.
Ik liet mijn tandenborstel in de beker vallen. Hij stuiterde op de bodem, trilde tegen het glas.
‘Zo direct, ik ga ook nog even douchen.’
Ogen dicht, voorhoofd tegen de badkamertegels. Ik concentreerde me op het geraas van de vallende waterdruppels, meer geluid mocht ik niet maken. Mijn hand bewoog, de druk in mijn onderlichaam steeg. Ik stelde me voor dat zij hier precies hetzelfde had gedaan. Hoe ze aan mij had gedacht. Hoe ik haar gedachten compleet had opgevuld, terwijl ze zwaar werd en weer licht, zwaar en weer licht.
Ik klapte dubbel, verdween in mezelf, nam haar mee. Het was warm en alles draaide. Ik wilde het vasthouden maar het lukte niet.
Een badkuip, een putje.
Tonie Mudde, Spaghetti Spoetnik, Uitgeverij Podium, ISBN 978 90 575 9500 4 (€ 16,00)