Boekfragment: Scherven

Scherven, de nieuwe sensationele roman van Bret Easton Ellis is spannend, geslepen en onbetrouwbaar: dit is Easton Ellis op zijn best! Van de auteur van American Psycho.

Ik ademde diep in om mezelf te kalmeren en sloeg een hoek om en liep naar een muur met twin­tig wc-hokjes op een rij, de meeste blauwe deuren gesloten. Ik aarzelde voor ik verder liep naar het hokje waarvan de deur wijd openstond en probeerde alle bange voorgevoelens weg te slikken. Ik besloot geen watje te zijn, maar te kijken of er iemand was. Lullige hippie krabt klein meisje. Alsjeblieft zeg. ‘Robert?’ vroeg ik plotseling weer. Er kwam geen antwoord.

Ik kwam dichterbij omdat ik een gloed uit het open hokje zag komen en toen ik in het hokje kon kijken zag ik een kaars branden op het dichtgeslagen deksel van de wc-pot – een witte kaars die een beetje was gesmolten en pre­cies midden op het deksel was neergezet. Ik snapte het niet, tot het allemaal iets duidelijker werd.

Op de muur boven de wc was iets getekend maar ik kon in het schemerlicht niet zien wat het was. Ik keek om me heen of iemand me in de gaten hield en ging het hokje in – alles was doodstil – en zag wat de tekening voorstelde: een rood pentagram dat droop van iets wat leek op bloed. Ik verstijfde toen ik een dode meeuw zag, vertrapt en in de hoek gesmeten, met de kop op de buik, de nek verdraaid en de gele snavel open alsof hij nog krijste. Iemand van de sekte was in de kleedkamer van de Jonathan Club binnengedrongen terwijl wij er waren, en ik werd tegelijkertijd kwaad en werkelijk fysiek bang toen ik op dat moment plotseling begreep dat het bloed van het pentagram van de meeuw afkomstig was en dat de kaars ook iets te betekenen had.

Mijn sandalen druk­ten op een hard voorwerp bij de wc-pot. Ik dacht eerst dat het ook iets doods was – nog een dier, nog een ritueel offer – maar toen ik mijn voet optilde en omlaagkeek zag ik dat het een masker was. En ik kon me niet bedwingen: ik reikte naar beneden om het op te rapen. Het was behaard, er zat iets van bont aan, en toen ik het bij het kaarslicht hield keek ik in het gezicht van wat ik dacht dat een weerwolf moest voorstellen, een goedkoop Halloween-masker, iets voor kinderen, bespat met bloed van de meeuw.

Het voelde vies aan in mijn handen – de snuit, de slagtanden, de wolven­ogen samengeknepen – terwijl ik aan het strakke elastiekje voelde waarmee je het masker moest voordoen. Ik bleef maar naar het masker staren: wat deed het hier, wat was de bedoeling, de betekenis, wat had het te maken met het geloof van de sekte? Ik wist dat het weerwolvenmasker er met opzet neerge­legd was; het hoorde bij het tableau, het voegde iets toe aan het druipende pentagram en de dode meeuw, maar wat precies wist ik niet. Alleen dat het een soort waarschuwing was. En toen flitste het door me heen: misschien was dit het werk van Robert Mallory.

Op dat moment raakte iemand plotseling mijn schouder aan. Ik slaakte een gil en draaide me met een ruk om.

Het was Thom, die zo schrok van mijn reactie dat hij begon te lachen. Ik leg­de een hand op mijn borst en ik leunde achterover tegen de wc-deur, met het weerwolvenmasker in mijn hand. ‘Godverdomme, Thom.’

Bret Easton Ellis, Scherven, vertaling: Robbert-Jan Henkes, Uitgeverij Ambo|Anthos, 576 pagina’s (€ 27,99)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven