Boekfragment: Romeo & Julia

Een familievete, twee noodlottige geliefden en heel veel tranen aan het einde. Duik in de wereld van de klassiekers met deze nieuwe versie van Romeo & Julia.

Signorina, mag ik je zeggen hoe mooi ik je vind?’ hoort ze ineens iemand fluisteren. Ze voelt zijn warme adem in haar hals. Ze draait haar hoofd en kijkt in twee heldere ogen achter het verhullende masker dat op Romeo’s wangen rust.
‘Ja, dat mag je zeggen,’ antwoordt ze uitdagend.
Romeo pakt haar hand beet alsof die van kwetsbaar porselein is.
‘Ik weet dat jouw hand mij onwaardig is, en dat het een heilige plek is die ik niet zou mogen betreden…’
‘Zo zo, wat een dure woorden,’ zegt Julia plagerig. Maar ze trekt haar hand niet terug.
Romeo vat dit op als aanmoediging: ‘Mocht je beledigd zijn dat ik hem toch aanraak, zie mijn lippen dan als twee verlegen pelgrims die hun vrijpostigheid willen goedmaken met een kus.’
Julia schiet in de lach, maar ze hoopt dat de jongen niet opmerkt dat het bloed naar haar wangen stijgt. Ze is verkocht, nog voordat hij zijn masker heeft afgenomen; ze voelt het in al haar vezels. Niet dat ze zich meteen gewonnen zal geven; laat het spel maar even duren.
‘Beste pelgrim,’ zegt ze, ‘door mijn hand vast te houden toon je juist eerbied en toewijding. Is het niet zo dat pelgrims de handen van heiligenbeelden aanraken?’ Julia houdt haar hoofd een beetje schuin en kijkt hem schalks aan. ‘Twee handpalmen tegen elkaar kun je misschien al vergelijken met een kus.’
De jongeman tegenover haar schuift zijn masker omhoog. ‘Maar heiligen en pelgrims hebben toch ook lippen?’
Bij de aanblik van zijn beeldschone gelaat begint Julia’s hart te bonken, maar ze antwoordt snedig: ‘Jazeker. Ze hebben lippen om gebeden mee te prevelen.’
Romeo laat zich niet uit het veld slaan. ‘Goed dan, heilige. Ik bid u om mij te kussen. Verhoor mijn gebed, het is immers uw taak mijn geloof te versterken, niet het af te zwakken.’
Julia blijft roerloos staan. Haar stem klinkt onvast als ze zegt: ‘Heiligen bewegen zich niet, zelfs niet op het moment dat ze een gebed verhoren.’
Meer aansporing heeft Romeo niet nodig. Voorzichtig schuift hij haar goudkleurige masker omhoog en buigt zich naar haar toe. ‘In dat geval,’ fluistert hij, ‘verroer je niet terwijl ik mijn gebed uitspreek.’
Als zijn lippen de hare raken, houdt ze heel even haar adem in, dan kust ze hem met gesloten ogen terug.
‘Dat was lang niet slecht,’ zegt ze ondeugend, nadat ze haar aanbidder zachtjes van zich af heeft geduwd. ‘Maar voel ik het goed, heb jij nu zomaar jouw zondes op mijn lippen achtergelaten?’
Romeo grijnst. ‘Dat was beslist niet de bedoeling. Als ik dat heb gedaan, wil ik ze met alle liefde terugnemen.’ Teder strijkt hij zijn duim langs haar wang. ‘Jouw woorden moedigen onhoffelijk gedrag aan, wist je dat?’
Gewillig laat Julia zich opnieuw kussen.
Om hen heen wordt wild gedanst; opzwepende muziek drijft door de openstaande ramen de straat op, maar voor Romeo en Julia lijkt de buitenwereld niet meer te bestaan. Ze voelen alleen het kloppen van hun hart, ze proeven slechts de zoetheid van elkaars tong en lippen, ze horen in gedachten enkel vier simpele woorden die zich in hun hoofd herhalen: zo smaakt ware liefde.

Boekgegevens

Tiny Fisscher, Romeo & Julia, Uitgeverij Blossom Books, 166 pagina’s (€ 24,99)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie 3 september 2018.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven