Boekfragment: Het meisje dat van IS won

Farida is 18 jaar als haar bergdorp in Irak wordt overvallen door strijders van IS. Haar leven verandert in een hel. Ze wordt ontvoerd en misbruikt, maar weet te ontsnappen…

Verkocht. Het duurde een tijdje voordat ik besefte wat er precies gebeurd was. Ik was verkocht als een koe op een veemarkt. De mannen die me hadden ontvoerd en gevangen gehouden, hadden me nu verpatst. Voor geld hadden ze me aan andere mannen doorgegeven, die met me konden doen wat ze wilden. Ze beschouwden me als hun bezit, hun ‘slavin’. En iedereen die er iets mee te maken had, deed alsof dat de normaalste zaak van de wereld was, en volkomen rechtmatig. Hoe konden die lui dat rechtvaardigen tegenover hun God? Geloofden ze werkelijk dat ze daar het recht toe hadden, zoals ze steeds beweerden? Zou die God het hun vergeven? Ik niet in elk geval.
Ik schreeuwde en stampvoette toen ze mijn handen vastbonden en me een boerka omhingen zoals het in hun staat nu voor vrouwen verplicht was. Hoe ik er de afgelopen dagen ook naar had verlangd om uit die loods weg te komen, op dat moment was ik alleen maar bang – bang voor wat er komen ging.
Ik keek naar Evin, die ook doodsbleek was, maar heel beheerst, zoals altijd. We knepen onze ogen halfdicht toen ze ons door de deur naar buiten duwden. De felle zon van de augustusmiddag verblindde ons. Na een gevangenschap van bijna tien dagen in die loods waren we de stralende zon – onze lieve, aanbeden zon – niet meer gewend. We dachten al bijna dat hij ons verlaten had. Maar daar was hij weer. Bijna onmerkbaar maakte ik een buiging voor hem en deed een schietgebedje naar de hemel: ‘Heer, laat alles weer goed komen. Geef ons een kans om te ontsnappen,’ fluisterde ik geluidloos.
We liepen langs de bewakers met hun Amerikaanse M16-machinepistolen en Russische kalasjnikovs, dezelfde mannen die ons ’s ochtends brood met kaas hadden gebracht, en soms ook een bordje rijst. Ze hadden gedreigd dat ze ons zouden doodschieten als we probeerden te vluchten. En wij hadden dat geloofd. Maar opeens besefte ik dat het allemaal loze dreigementen waren geweest. Ze zouden nooit op ons geschoten hebben. Daarvoor waren we als handelswaar veel te kostbaar. Door onze eigen angst hadden we dat niet ingezien.
Ze grijnsden toen we hen voorbijliepen naar de aarden wal. Het liefst zou ik hen op hun gezicht hebben getimmerd. Waarom had ik me door hen laten intimideren? Ik had beter het risico kunnen nemen dat ze zouden schieten. Dan zou ik nu weer vrij zijn geweest – of dood. Alles beter dan door deze smerige criminelen te worden meegenomen.
Tussen Abu Afram en zijn collega in wrongen we ons door een opening in het prikkeldraad boven op de aarden wal, en daalden af naar de parkeerplaats. Tussen de militaire voertuigen daar stond een wat kleinere terreinwagen. De mannen gaven ons bevel om achterin te stappen. We gehoorzaamden onder protest en ik keek meteen om me heen of we uit de auto zouden kunnen ontsnappen. Hadden de portieren een kinderslot?
‘Zouden we onder het rijden uit de wagen kunnen springen?’ vroeg ik Evin zachtjes in het Koerdisch. Maar op dat moment hoorde ik de klik van de centrale portiervergrendeling en wist ik dat die kans verkeken was. We zaten in de auto opgesloten.

21 BF 0,5 HarperCollins Het meisje dat van IS won

Boekgegevens

Farida Khalaf met Andrea Claudia Hoffmann, Het meisje dat van IS won, vertaling: Jan Smit, Uitgeverij HarperCollins, 288 pagina’s, ISBN 978 94 027 0930 8 (€ 17,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie april 2016.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven