Boekfragment: Kleine brandjes overal

Tegen de achtergrond van een ogenschijnlijk perfecte stad geeft Kleine brandjes overal een prachtig genuanceerd beeld hoe identiteit en families worden gevormd en hoe moederschap verder gaat dan bloedbanden.

Iedereen in Shaker Heights had het er die zomer over: hoe Isabella, het jongste kind van de Richardsons, uiteindelijk was doorgedraaid en het huis had afgebrand. In de lente waren alle roddels over de kleine Mirabelle McCullough gegaan – of May Ling Chow, dat hing ervan af aan welke kant je stond – en nu was er eindelijk iets nieuws en sensationeels te bespreken. Die zaterdag in mei, even na het middaguur, hoorde het winkelende publiek dat bij Heinen’s hun boodschappenkarretje voortduwde hoe de brandweerauto’s loeiend tot leven kwamen en wegscheurden in de richting van de eendenvijver. Om kwart over twaalf stonden er vier in een slordige rode rij geparkeerd op Parkland Drive, waar alle zes de slaapkamers van het huis van de Richardsons in lichterlaaie stonden, en iedereen binnen een straal van een kilometer kon de rook als een dikke, zwarte donderwolk boven de bomen zien opstijgen. Later zouden mensen zeggen dat alle tekenen er al op wezen: dat Izzy een beetje gek was, dat er altijd al iets mís was geweest met de familie Richardson, dat ze die ochtend toen ze de sirenes hoorden al wísten dat er iets verschrikkelijks was gebeurd. Tegen die tijd was Izzy natuurlijk allang verdwenen en was er niemand om haar te verdedigen, zodat de mensen konden zeggen wat ze maar wilden, en dat deden ze dan ook. Op het moment dat de eerste brandweerauto’s arriveerden, en ook nog een hele tijd daarna, wist niemand echter wat er aan de hand was. Buren verdrongen zich zo dicht mogelijk achter de provisorische afzetting – een politiewagen die op een paar honderd meter afstand dwars op straat stond – en keken toe terwijl de brandweermannen de slangen uitrolden met de grimmige gezichten van mensen die weten dat het een hopeloze zaak is. Mevrouw Richardson stond op de grasstrook langs de stoep en hield de kraag van haar lichtblauwe ochtendjas dicht. Hoewel het al middag was, had ze nog liggen slapen toen de rookmelders waren afgegaan. Ze was laat naar bed gegaan en had met opzet uitgeslapen, waarbij ze zichzelf wijsmaakte dat ze dat had verdiend na een nogal zware dag. De avond ervoor had ze vanuit een raam op de bovenverdieping staan kijken hoe er eindelijk een auto voor het huis tot stilstand kwam. Ze had de kleine, beige Volkswagen van haar huurder Mia herkend, en de koplampen waren aan. Het portier aan de passagierskant ging open en er stapte een slank figuurtje uit, dat de autodeur half open liet staan: Mia’s tienerdochter, Pearl. Het binnenlampje verlichtte het interieur van de auto als een vitrinekast, maar de auto was bijna tot de nok toe volgepakt met tassen en mevrouw Richardson kon maar net het vage silhouet van Mia’s hoofd onderscheiden, met een slordige knot boven op haar kruin. Pearl boog zich over de brievenbus en mevrouw Richardson stelde zich het zachte gepiep van het brievenbusklepje voor toen het open- en daarna weer dichtging. Daarna sprong Pearl weer in de auto en deed het portier dicht. De remlichten flakkerden op en knipperden toen uit, en de auto pruttelde weg in de vallende avond. Met een opgelucht gevoel was mevrouw Richardson naar de brievenbus gegaan en had daar een setje sleutels aan een gladde sleutelring gevonden, zonder briefje. Ze had zich voorgenomen de volgende dag naar het huurhuis in Winslow Road te gaan om het te controleren, al wist ze al dat ze weg zouden zijn.

Boekgegevens

Celeste Ng, Kleine brandjes overal, vertaling: Saskia Peterzon-Kotte en Anna Livestro, Uitgeverij Signatuur, 342 pagina’s (€ 19,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juli 2018.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven