Boekfragment: Hoogmoed

Richard Hemker schreef zes jaar aan deze debuutroman. Wie denkt dat schraalhans regeert in de Nederlandse letteren kan bij Hemker opgelucht ademhalen.

De antiektransporten in dienst van Blattstein brachten soms mee dat ik cheques moest wisselen tegen grote bedragen aan geld. Zo gebeurde het dat ik op een herfstavond in een helverlicht wisselkantoor langs de snelweg E18 ter hoogte van L’Eglise met uitgestreken gezicht uit mijn brutale pols Blattsteins overdreven krullerige handtekening produceerde en overtrof om daarop 15.000 euro overhandigd te krijgen in een oranje envelop die ik vlug in mijn binnenzak stak. Mijn handelen was opgemerkt door een man in een strakke coltrui met een steil potkapsel waarvan de synthetische oorsprong werd verraden door een felle vonk die om redenen waarnaar ik ’s nachts staande in de wintertuin nog steeds hoofdschuddend gis van binnen uit zijn boevenschedel leek te schieten. Hoe deze figuur in een auto met Bulgaars nummerbord, terug op de snelweg gevaarlijk dicht naast mij kwam rijden en gezeten op de bijrijdersstoel, voorzien dus van minstens een handlanger, wijzend naar mij, likkend aan zijn duim en wrijvend met zijn vingers over elkaar, gebaarde te weten van mijn envelop met geld, waarbij hij grimaste als een kwalijke acteur. En hoe ik op het laatste moment de snelweg afschoot in de hoop mijn belagers af te schudden, die echter hard achteruitrijdend over de vluchtstrook de achtervolging over dezelfde afslag voortzetten waarop het witte busje en de auto met Bulgaren werden opgeslokt door de nachtelijke Ardennen en een wilde jacht begon over een patroon van haaks op elkaar staande wegen. Mijn achtervolgers, die mij eenvoudig hadden kunnen inhalen, stelden zich voorlopig tevreden met de situatie en gaven mij soms zelfs enkele honderden meters voorsprong om dan weer vlak achter mij te gaan rijden. Ofschoon mij waarschijnlijk in laatste instantie de moed zou hebben ontbroken was mijn aarzeling om op de rem te gaan staan en de achtervolgende auto met een dodelijke klap te ontvangen toch voornamelijk van praktische aard. Ik zag de Bulgaren inmiddels graag verdrinken in hun eigen bloed, maar, zo redeneerde ik koortsachtig, ik was op de heenreis met geld en niet op de terugweg met zwaar meubilair en ik was niet zeker of het ledig gewicht van mijn busje zou volstaan voor het gewenste verplettereffect. Toen zij mij dan weer lieten vieren en zelfs meer dan tweehonderd meter, en niet onbelangrijk, een extra haakse bocht voorsprong gaven, schoot ik na een tweede scherpe bocht een onverhard pad in, sloeg in een laatste bruuske draai van het pad af het bos in en zette het contact en de lampen uit. Ik bad dat zij mij niet hadden gezien en zij hadden mij niet gezien.
Urenlang heb ik daar bewegingloos gezeten. Mijn ogen weer geopend zag ik het bos vaag oplichten in een schijnsel dat vanuit de aarde leek te komen. Dit is waarschijnlijk een dieptepunt in mijn leven, je hoort daar ook wel andere mensen over spreken. Het kan alleen maar beter gaan, echt, het kan alleen maar beter gaan. Ik bleef op mijzelf inmompelen en raakte allengs in een doezeling die duurde tot de ochtendschemer en monterder dan in lange tijd begroette ik de nieuwe dag. Ik zocht de verharde weg weer op en dankte in stilte deze omgeving die mij toch maar op het juiste moment aan het oog onttrokken had.

15 BF 0,5 Van Oorschot Hoogmoed

Boekgegevens

Richard Hemker, Hoogmoed, Uitgeverij Van Oorschot, 304 pagina’s, ISBN 978 90 282 6128 0 (€ 18,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2016

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven