Honingbijen en donder in de verte van Riku Onda is een indringend verhaal over liefde, rivaliteit en de ontelbare beproevingen van vriendschap.
Aya wachtte rustig in de coulissen.
Het gevoel alles aan te kunnen dat ze voor het optreden in de derde ronde had gehad, was verdwenen. Er was een diepe rust voor in de plaats gekomen. Ze begreep nu dat de twee momenten verbonden waren – nu, en jaren geleden toen ze ook in de coulissen stond te wachten om het pianoconcert van Prokofjev te spelen.
Het was of de Aya van toen naast haar stond. Moet ik nu bang zijn? Heb ik toen een trauma opgelopen? Die dag leek het of er daar niets op me wachtte. De vleugel op het podium zag er eerder uit als een leeg graf. Geen muziek meer. Mijn muziek was weg. Dat herinner ik me nog goed. Oké. Maar hoe staat het er nu voor?
De deur naar het podium was nog dicht, de zwarte doos onzichtbaar. De speelgoedkist vol verrassingen van vroeger had er die dag leeg en troosteloos uitgezien.
Aya probeerde zich voor de geest te halen hoe ze zich tijdens het concours had gevoeld. Hier, in de coulissen tijdens de eerste ronde, de tweede, de derde. Waar heb ik aan gedacht toen ik hier stond? Hoe kwam die zwarte doos op me over toen ik het podium opliep?
Ze deed haar best maar wist het niet meer. Het leek al zo lang geleden.
Maar ik ben er weer. Al die tijd was ik verdwaald maar nu heb ik eindelijk de weg gevonden die voor mij is bestemd. Geen mossig zijpaadje maar de brede hoofdweg waar iedereen op loopt. Wel breed, maar niet makkelijk begaanbaar. De concurrentie is fel en in de verte wacht onontgonnen gebied. Daar moet iedereen zijn eigen pad uitstippelen.
De podiumdeur ging open. De orkestleden kwamen in groepjes naar binnen, begroet door een bescheiden applaus.
Ah… muziek stroomde de zaal in toen de concertmeester een a op de piano aansloeg en het orkest begon te stemmen.
Aya sloot haar ogen. Roerloos. Stil.
Ze voelde hoe de hele wereld samenvloeide in het punt midden op haar voorhoofd.
‘Aya Eiden, het is tijd,’ zei de toneelmeester zachtjes. Ergens in zijn stem bespeurde ze een glimlach.
‘Ja,’ antwoorde Aya.
Ze voelde zich warm worden vanbinnen. Heerlijk warm, maar met iets zoets en droevigs. Net tranen.
Voor ze het wist stond ze op het podium. Een verrassend luid applaus rolde als een golf over haar heen. Toen zag ze de zwarte doos in de zachte glans van het podiumlicht. Aya nam hem rustig op. Dit was geen speelgoedkist. En hij was niet leeg.
Hier is de inhoud. In mijzelf. Er is hier al overal muziek. Toch? vroeg Aya aan Jin Kazama ergens in de verte. Ja toch? De wereld is al vol muziek. Niet alleen hierbinnen. Wij moeten de muziek weer teruggeven aan de muziek. Heb ik gelijk of niet?
Er kwam geen antwoord van Jin. Aya gaf de concertmeester een hand en bleef naast de vleugel staan. Er werd zo waanzinnig geklapt dat het leek of haar optreden al achter de rug was.
Aya glimlachte van oor tot oor, boog diep en ging zitten.
Ook de dirigent glimlachte, waarna ze bijna onmerkbaar naar elkaar knikten.
Goed, laten we muziek maken.
Mijn muziek. Onze muziek.
De baton ging omlaag.
Riku Onda, Honingbijen en donder in de verte, vertaling: Monique ter Berg en Jetty Huisman, Uitgeverij Spectrum, 443 pagina's (€ 26,99)
Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.