Boekfragment: De dag dat de walvis kwam

Een klein dorp. Een dreigende pandemie. En een geweldig verhaal over de mensheid. De dag dat de walvis kwam is een hartverwarmende roman die laat zien dat een gemeenschap een crisis kan overwinnen met solidariteit. 

In het dorp St. Piran wordt nog altijd gesproken over de dag dat de naakte man aanspoelde op Piran Sands. Het was dezelfde dag dat Kenny Kennet de walvis zag. Sommige mensenzeggen dat het een woensdag was. Anderen lijken er zeker van dat het een donderdag was. Het was begin oktober, tenzij het eind september was. Maar er is bijna een halve eeuw verstreken sinds de gebeurtenissen van die dag, en de beroering van de dagen en de weken erna, en het is bij niemand opgekomen, toen niet en later niet, om het allemaal op de schrijven. En dus hebben we slechts het geheugen, hoe broos dat ook is. 
Sommige dorpelingen beweren dat ze zich elk detail herinneren, alsof het vorige week is gebeurd. Ze moeten jong zijn geweest toen die dingen gebeurden. Hun vertellingen maken deel uit van een web van verhalen die een echo zijn van oude tijden en de wereld zoals die was, en ze gaan allemaal over de naakte man, en ze gaan allemaal over de walvis. Veel mensen die betrokken waren bij deze gebeurtenissen zijn niet meer onder ons. 
De oude Garrow is al lang dood. Dat geldt ook voor dokter Mallory Books, en Martha Fishburne, en de eerwaarde Alvin Hocking, en Jeremy Melon, en veel anderen die hielpen de walvis te redden. Maar hun verhalen leven voort en worden verteld door de kinderen en kleinkinderen van de dorpelingen, door buren en vrienden. Ook worden ze verteld tijdens het Festival van de Walvis dat elk jaar op eerste kerstdag wordt gehouden in de oude Normandische kerk. Mocht je ooit in St. Piran belanden (al zal dat niet makkelijk zijn), dan hoor je het verhaal op straat en in de bars. En als je een of twee dorpelingen aanhoudt en ernaar vraagt, bestaat de kans dat ze met je plaatsnemen op een bankje met uitzicht over de deinende oceaan en je het hele verhaal vertellen, over het strand, en de walvis, en de naakte man. Misschien wandelen ze zelfs met je langs de oude havenmuur en over het stenen pad langs de landtong naar de plek waar het grind en het zand beginnen om je de rots te laten zien waar Kenny Kennet op stond toen hij de walvis zag; en na een korte klauterpartij wijzen ze dan naar het stuk zand waar hij werd gevonden, de man die Joe heette. 
Misschien kijken ze uit over zee, naar de onherbergzame rotsen die om het strand slingeren als de halsketting van een reus. ‘Hoe is het mogelijk,’ vragen ze misschien, ‘dat een man tussen al die rotsen dobbert en niet aan stukken wordt gescheurd?’ ‘Het was een onconventionele entree,’ zei de naturalist Jeremy Melon in zijn jaarlijkse toespraak tijdens het Festival van de Walvis vaak over de aankomst van Joe Haak in St. Piran. ‘Typisch Joe, om zich naakt door een walvis naar het strand te laten dragen. Een ander vraagt gewoon de weg en is zo beleefd om bij klaarlichte dag de kade op te rijden. Maar Joe niet, hoor. Niks daarvan. Joe maakt graag een dramatische entree. Vandaar dat hij in het holst van de nacht het dorp binnenglipt, een heel eind de zee in zwemt, en dan weer komt aanrijden op een reus van een walvis.’ Jeremy wist donders goed dat er van zijn verhaal weinig klopte. Iedereen wist dat. Maar er zaten kleine stukjes en beetjes waarheid in, en vaak zijn stukjes en beetjes waarheid genoeg om ons te helpen de werkelijkheid te begrijpen.  

Boekgegevens

De dag dat de walvis kwam, John Ironmonger, vertaling: Robert Neugarten, Uitgeverij Signatuur, 464 pagina’s (€ 24,99)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2020.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven