Boekfragment: Bloedlijn

De broeierige en aangrijpende geschiedenis van de jonge vijfde vrouw van koning Henry VIII, door de ogen van haar gouvernante.

13 februari 1542
Met opgetrokken schouders, al mijn spieren stijf van spanning, sta ik in de torenkamer die sinds gistermiddag mijn gevangenis is. Door het venster staar ik naar de grijze februarilucht. Er lijkt iets van neerslag uit te vallen. Natte sneeuw misschien.
Of regen, tranen van hemelse heiligen…
Ik wil niet dichter naar het raam toe. Deze afstand is genoeg. Ik wil niets zien van het vreselijke dat daar plaatsvindt.
Helemaal niets.
Ook niets horen.
Maar ik heb niets te willen: het opgewonden geschreeuw en georeer glipt mijn cel binnen als een rat een boerenschuur.
k druk mijn handen tegen mijn oren, laat ze direct weer zakken – zonder mijn handen om de dekens vast te houden, glijden die van mijn schouders. Ik heb hun warmte nodig. Ondanks het vuur in de haard heb ik het hier kouder dan in de koudste winter in Acworth House.

Haastige stapjes op de stenen treden van de ronde trap. Ik keer me niet om, ik weet wie het is.
Mrs. Bulmer…’ zegt Kitty hees. ‘Jane Parker is zojuist terechtgesteld en nu zijn de soldaten op weg naar het koninginnenhuis. Vier zijn het er. Alsof twee niet voldoende is voor zo’n fragiel figuurtje als Kate! Alstublieft…’ Ik voel iets in mijn hand glijden. ‘Kate zei me hem aan u terug te geven.’
Ik staar even naar de rozenkrans van witte parels en een zilveren kruis, verberg hem dan tussen mijn handpalmen. Moeder Maria, verlaat haar niet. Alstublieft, God. Jezus… ‘Is ze er klaar voor?’
Kitty trekt haar schouders stijf omhoog. ‘Weet ik niet… Haar lichaam was kaarsrecht, haar ogen stonden helderder dan de laatste dagen…’
Ik wacht op de ‘maar’.
‘Ze… ik weet het niet… het leek wel langs haar heen te gaan. Alsof… alsof zij het niet is… Ja,’ zegt ze dan beslist. ‘Alsof ze er zelf niet bij is. Precies zó was ze.’
Alsof ze er zelf niet is… Ik staar voor me uit.
‘Een van de soldaten zei dat ze sprekend haar nicht Anne was,’ zegt Kitty. ‘Hij was erbij toen, in 1536. Hij wilde niet weer, maar hij moest.’

Monotoon geroffel. De trommelaars uit de hel. Ze marcheren sneller dan anders. Of lijkt het maar zo?
Mijn hoofd suist en bonkt. Geen idee of ik nog logisch nadenk, de tijd voelt zoals die verstrijkt, seconde voor seconde, minuut voor minuut…
Kitty staat voor het raam, haar handen plat tegen het glas. Ik wil dat ze daar weggaat. Als ze er niet is, als niemand er is, gebeurt het niet…
God, geef dat het niet gebeurt!

Bloedlijn

Boekgegevens

Joyce Pool, Bloedlijn, Uitgeverij Lemniscaat, ISBN 978 90 477 0742 4 (€ 17,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2015

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven