Boekfragment: Beschadigd

Op het eerste gezicht lijkt het leven van Kirsten geweldig. Wat echter niemand weet is dat ze wordt geteisterd door nachtelijke paniekaanvallen, veroorzaakt door een traumatische gebeurtenis in haar jeugd.

Eerst stond Irene alleen maar te huilen, roerloos snikkend in de donkere nacht. Ze leunde tegen de deurpost en leek de controle over zichzelf helemaal te zijn kwijtgeraakt. Er was niets meer over van die gracieuze glamourvrouw. Wat hier voor me stond, was een magere stakker in een joggingpak, met een heel dun vlechtje in haar nek. Ik vond haar zó zielig dat ik haar bijna wilde troosten, maar gelukkig besefte ik nog op tijd dat ik daar niet de aangewezen persoon voor was. Oh God, wat een ongelooflijk ellendige situatie was dit. Hoe kon ik de tijd terugspoelen en alles ongedaan maken? Ik kon ook niet geloven hoe dom Menno en ik het allemaal hadden aangepakt. Voornamelijk Menno eigenlijk. Midden in de nacht het huis uit sluipen was natuurlijk te idioot voor woorden. En ik maar geloven dat hij op magische wijze alles onder controle had. Dat er niets kon gebeuren, omdat Irene altijd zo vast sliep. Nou, ze leek me op dit moment heel erg wakker.
Wat moest ik in godsnaam tegen haar zeggen?
Maar Irene besteedde niet eens aandacht aan me. Zodra ze zich enigszins had herpakt, duwde ze me ruw aan de kant, waarna ze op haar badslippers fanatiek de trap opstormde.
‘Menno!’ riep ze een aantal keer. Haar hese geschreeuw klonk als het gehuil van een wolf. ‘Ménno!’
Als hij nu maar snel tevoorschijn kwam en met haar meeging!
Ik bleef besluiteloos in de gang staan en luisterde hoe Irene als een dolle over de overloop vloog en her en der deuren opentrok. Ik bibberde van de kou, maar liet de voordeur voor de zekerheid toch maar openstaan. Nu hoorde ik haar de zoldertrap op stormen. Had ze Menno dan niet gezien in mijn slaapkamer?
‘Vuile hoer,’ hoorde ik haar krijsen, met overslaande stem. ‘Wat denk jij eigenlijk! Als je niet wilt dat ik je ogen uit je kop krab, dan zeg je me nu waar mijn vent is!’
Had ze het nou tegen Elise? Oh mijn god, dit ging helemaal mis. Ik had net het laffe idee opgevat om me in de wc op te sluiten, maar dat was nu helaas geen optie meer. Ik moest naar boven, de slan-genkuil in. Stel je voor, straks viel Irene Elise nog aan!
Maar ik kwam nog niet eens tot de tweede tree, want toen walste een weer helemaal aangeklede Menno over me heen.
Ik had mijn wc-plan natuurlijk alsnog ten uitvoer moeten brengen, maar mijn hersenen weigerden dienst. Helemaal daas stond ik on¬deraan de trap toen Irene weer verscheen. Ze kwam niet met snelle sprongen naar beneden zoals Menno, maar liep juist langzaam en hortend, alsof ze heel erg ziek was en zich met haar laatste krachten voortsleepte. Haar blik was ijskoud en bran¬dend van woede tegelijkertijd. Ik voelde me zo ellendig, dat ik haar het liefst om vergiffenis had gesmeekt. Maar haar donkere stem klonk weinig vergevingsgezind.
‘Ik had het kunnen weten,’ zei ze, terwijl ze me met haar zwart doorlopen mascaraogen scherp aankeek. Secondelang hield ze mijn blik vast, net zolang tot het schuldgevoel in de vorm van zweet uit mijn poriën druppelde.
‘De appel valt niet ver van de boom,’ fluisterde ze onheilspellend. ‘De verrotte boom, kan ik wel zeggen.’
Ze liet een akelig lachje horen, en ik wist niets anders te doen dan te knikken.

beschadigd -achtste schets uitgewerkt.ai

Boekgegevens

Ika Gerritsen, Beschadigd, Uitgeverij Letterrijn, ISBN 978 94 918 7524 3 (€ 14,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2016

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven