Boekfragment: Baas van de wereld

Ivo en Mila weten niet wat ze overkomt als er een zwerver voor hun neus staat die beweert de baas van de wereld zijn.

De man wreef door zijn smerige baard. ‘Ik denk dat ik weet wat het probleem is. Ik zie er nog niet uit als de baas van de wereld. Let op.’ Zonder op hun reactie te wachten draaide hij zich om, liep naar het winkelwagentje en begon tussen de vuilniszakken rommelen.
Af en toe deed hij iets aan of op, maar even vaak zette hij het ook weer af.
Ivo twijfelde. Hij bleef het liefst ver uit de buurt van gevaarlijke gekken. Maar was deze man echt gevaarlijk?
Of was hij alleen maar een grappige gek?
‘Wat vind jij?’ fluisterde Ivo naar Mila. ‘Weglopen of blijven staan?’
Mila hield haar blik gericht op de zwerver. Of eigenlijk op het karretje waar hij in stond te rommelen.
Alsof daar iets heel interessants te zien was. Ivo kende haar goed genoeg om te weten dat geen antwoord ook een antwoord was. Ze bleven dus staan.
De zwerver knoopte een vuilniszak dicht, zette hem terug in het winkelwagentje en draaide zich weer om. ‘En?’ vroeg hij op serieuze toon. ‘Zie ik er nu uit als de baas van de wereld?’ Op zijn gezicht prijkte een duikbril met snorkel, zijn oren zaten weggestopt achter een koptelefoon gemaakt van lege blikjes, en op zijn rug hing een rugzak. Uit de rugzak stak een hengel met aan het uiteinde een broodje dat een paar meter voor zijn gezicht bungelde.
Ivo kon alleen maar staren. Hij had zoveel vragen dat zijn hoofd ervan overstroomde. Wat moest hij hier nu op zeggen? Hoe langer hij naar de man keek, hoe meer hem opviel. Zoals de ketting met de wekker die om zijn nek hing, of het feit dat hij voetbalschoenen aanhad.
‘Waar is dat broodje voor?’ vroeg Ivo toen maar.
Hij moest toch iets zeggen?
‘Voor de snelheid natuurlijk,’ antwoordde de zwerver.
‘Ik heb nooit tijd om te eten, dus als ik dat broodje ruik, ga ik erachteraan!’
‘Wat zit erop?’ vroeg Ivo. Het flapte er zomaar uit.
Een korte gedachte die per ongeluk de weg naar zijn mond had gevonden.
‘Spek.’
‘Oké.’ Ivo kon zichzelf wel voor zijn kop slaan dat hij zo’n stomme vraag stelde. De volgende moest beter zijn. ‘En die duikbril?’
‘Tegen de vliegen en insecten. Anders krijg ik die allemaal in mijn ogen als ik met mijn karretje rondvlieg. De snorkel is voor als ik heel hard ga. Anders kan ik niet ademen.’
Ivo moest moeite doen om zijn lachen in te houden.
‘Vliegen?’
‘Ja,’ zei de man. ‘En andere insecten.’
‘Nee, nee.’ Ivo wapperde met zijn hand. ‘Dat bedoel ik niet. Vliegen met dat karretje?’ Hij wees naar het wagentje vol met rommel. ‘Vliegen?’ herhaalde hij op ongelovige toon.
‘Ja, nu lijkt het nergens op.’ De zwerver pakte de sleutel waarmee je normaal gesproken een winkelwagentje aan een ander karretje vastzet. Het metalen ding bungelde aan een ketting. ‘Maar als je deze in dit slot duwt,’ hij tikte op het gedeelte waar je geld in moest stoppen, ‘dan kun je ermee vliegen.’

Opmaak 1

Boekgegevens

Pieter Koolwijk & Elly Hees, Baas van de wereld, Uitgeverij Lemniscaat, ISBN 978 90 477 0735 6 (€ 10,00 in februari, daarna € 14,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2016

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven