In de eerste brief van de nieuw vertaalde briefwisseling met Heloïse blikt Abelard, de beroemdste filosoof van zijn tijd, terug op hun berucht geworden verhouding.
Het fysieke uit elkaar zijn zorgde tegelijkertijd voor een enorme innerlijke verbondenheid, en het verlangen werd alleen maar intenser doordat de bevrediging ervan ons werd onthouden. We waren ieder gevoel van schaamte al gepasseerd en werden alleen maar schaamtelozer. Hoe beter het moment ons uitkwam om het te doen, des te kleiner werd de gêne, waardoor op een gegeven moment wel moest gebeuren wat we van het verhaal van de dichter kennen, over Mars en Venus.
Vrij snel kwam het meisje erachter dat ze zwanger was, waarover ze me meteen dolgelukkig een brief schreef: een kindje! Wat nu? Toen heb ik haar op een nacht, op een afgesproken tijdstip en in het geheim uit het huis van haar oom gehaald, die niet thuis was, en zo snel mogelijk naar mijn geboortestreek verhuisd. Daar is ze enige tijd bij mijn zus gebleven en uiteindelijk van een jongetje bevallen. Ze noemde het Astralabe.
Haar oom werd, eenmaal terug van weggeweest, zowat waanzinnig. Je kunt je niet voorstellen wat een pijn en onrust dit hem bezorgde, wat een aanslag het op hem deed dat hij zo in zijn eer was aangetast. Je had erbij moeten zijn. Hij had geen idee wat hij tegen mij kon beginnen, wat voor plannetjes hij kon verzinnen. Zou hij me vermoorden of me fysiek iets aandoen, dan was hij als de dood dat zijn geliefde nichtje, dat nog bij mijn familie buiten Francia zat, het zou ontgelden. Me ontvoeren en ergens gijzelen was geen optie, want daar had ik de nodige voorzorgsmaatregelen tegen genomen. Ik twijfelde er namelijk geen moment aan dat hij tot zoiets in staat was, had hij de middelen en het lef gehad.
Uiteindelijk had ik wel degelijk met hem te doen, zo extreem was zijn onrust, en begon ik mezelf serieus de schuld te geven van wat ik hem in het vuur mijn verlangens geflikt had, wat ik toen oprecht als het toppunt van verraad zag. Ik ben de man tegemoetgekomen door op mijn knieën te vallen en hem te beloven alles te doen wat hij nodig vond om dat recht te zetten. Daarbij bracht ik naar voren dat niemand die de overmacht van de liefde aan den lijve had ondervonden, zoals ik, zou opkijken van wat ik had gedaan: hoe vaak waren hoogstaande mannen al niet vanaf het ontstaan van het menselijk ras door vrouwen in de afgrond gestort?
Om hem nog beter te vriend te houden bood ik hem een grotere goedmaker aan dan hij had kunnen dromen, door te beloven dat ik me in de echt zou laten verbinden met de vrouw die ik had geschonden. Mijn enige voorwaarde was dat dit in het geheim zou gebeuren zodat het mij geen slechte naam zou bezorgen. Hij ging akkoord en is toen op erewoord van hemzelf en zijn naasten, en met een formele uitwisseling van zoenen, met mij de goede verstandhouding aangegaan die ik had verlangd.
En dat allemaal, achteraf gezien, om me later des te makkelijker te kunnen verraden.
Abelard en Heloïse, Alleen maar woorden. Brieven van Heloïse en Abelard, vertaling: Ramon Selles, Uitgeverij Damon, 240 pagina’s (€ 29,90)
Verschijnt in mei
Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie april 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.