Nu te zien op de Boekenkrantposter: De laatste ontsnapping

‘Jij bent mijn vader,’ zegt de jongen aan de telefoon. Hij heet Deedee en is tien jaar. Na het eerste telefoontje dringt het nieuws nog niet tot Ivan door. Neemt iemand hem in de maling? Na het tweede telefoontje ontmoeten zij elkaar. Nu Ivan de jongen voor het eerst ziet, weet hij zeker dat hij de vader is: Deedee lijkt sprekend op Ivans jongere broer, die in Joegoslavië achterbleef toen Ivan besloot te vluchten.

Boekfragment
Wat was ik er graag bij geweest toen Deedee hem belde, ik had Ivans gezicht wel willen zien en dat van die jongen ook. Bij school hoorde ik van het telefoontje. Ik haalde Ruben op en Deedee kwam mee om te spelen, vaste prik. Met zijn fiets aan de hand liep hij naast me in de richting van het park en hij zei: Ik heb mijn vader gesproken.
Wat? vroeg ik.
Ruben had het eerder die dag al gehoord. Zijn vader, zei hij. Hij heeft zijn vader gebeld.
Ja, zei Deedee, ik heb hem opgebeld.
Jee, zei ik, want ik wist niks van een vader. En ik stond even stil en keek hem aan. Je vader?
Deedee sprak heel helder en ook gehaast: Ik wilde het weten en ik vroeg mama naar zijn naam. Eerst wilde ze het niet zeggen, toen heb ik een dag niet gegeten en toen wou ze het nog niet zeggen en toen heb ik nog een dag niet gegeten. Tot ze me zou vertellen hoe hij heet.
En dat heeft ze gedaan?
Ja. Ze zei dat hij Ivan heet en ik heb haar gevraagd of hij echt zo heet. Op televisie zie je weleens dat mensen een valse naam geven. Als mijn mama dat deed zou ik nog veel langer niet eten. Ik meende het. Dus zei ze het, en ze zei ook dat ze nooit tegen me zou liegen en dat ik verder niets moest vragen. Toen zei ik: Dat is goed.
En toen? vroeg ik. We stonden nog steeds op de stoep vlak bij het park.
En toen ben ik in haar telefoon gaan kijken of hij erin stond.
En zijn naam stond daar?
Ja.
Deedee vertelde nog dat Ivan de enige naam in de telefoon van zijn moeder was die begint met een i, maar ik lette vooral op die ja van hem, de manier waarop hij dat korte woord drie of vier keer zei, en mijn Ruben keek ook alsof zijn vriend iets geweldigs gedaan had, een heldendaad.
Mijn god, dacht ik. Hij belt gewoon op, deze jongen.
Hij durft.
We staken de drukke straat met de trambaan over en door het park liepen we naar ons huis. Het was te koud om buiten te spelen. Toen we bij de fontein waren vroeg ik Deedee hoe het dan ging, dat gesprek.
Nou, zei Deedee, zoals dat moet. Hallo, je spreekt met Deedee.
Hij sprak heel langzaam en toch zelfverzekerd, alsof hij een briefje voorlas.
En wat zei hij, je vader?
Hij zei alleen maar hallo en toen vroeg ik hem of hij Ivan was want hij noemde zijn naam niet en hij zei dat hij inderdaad Ivan was, Ivan met een achternaam die eindigt op ‑vic, heel moeilijk.
Die jongens hadden het er al over gehad want Ruben zei: Gra gri bla do vic.
En Deedee zei: Djor di da jo vic.
En Ruben zei: Achteruittrapfiets.
Ze liepen heel dicht naast elkaar en ze giechelden en Ruben trok aan Deedees arm en ze riepen: Of nog zo iets.
Niks of niets. Poep en piets.

Dit boek is te zien op NS-stations door heel Nederland van 1 tot 8 april 2014. Klik hier voor meer informatie.

De laatste ontsnapping HR

Boekgegevens

Jan van Mersbergen, De laatste ontsnapping, Uitgeverij Cossee, ISBN 978 90 5936 469 1 (€ 18,90)

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven