‘Ik was Ernesto Cabrera Perez, een man die in staat was andere mensen te doden, een gevaarlijk man. Een bijzonder iemand.
Ik haalde diep adem. Ik hief mijn handen en keek naar het bloed dat opdroogde op mijn huid. Ik voelde het trekken en toen ik mijn vuisten balde, meende ik dat ik het bloed kon horen kraken en barsten in de poriën en plooien van mijn vingers. Ik draaide ze om. Dit waren de handen die mijn moeder hadden opgetild als ze niet zelf kon lopen. Dit waren de handen die me hadden verdedigd tegen de ranselende vuisten van mijn vader.
De dochter van de gouverneur van Louisiana, Catherine Ducane, verdwijnt in hartje New Orleans: de Cubaan Ernesto Pérez heeft haar ontvoerd. Later wordt een van haar lijfwachten teruggevonden. Hij is op een walgelijke manier toegetakeld. De ontvoerder van Catherine eist geen losgeld, maar een gesprek met Ray Hartmann. Hij is een onbeduidende bureaucraat die in New York de georganiseerde misdaad onderzoekt.
Na de verbazing bij Ray Hartmann, waarom Pérez een onbelangrijke functionaris zou willen spreken, dringt langzaam de bittere ernst door: Pérez was in de jaren vijftig een van de beruchtste huurmoordenaars in dienst van de maffia.
Roger Jon Ellory, Een volmaakte vendetta, Uitgeverij De Fontein, ISBN 978 90 261 2703 8 (€ 22,95)