A.F.Th. van der Heijden – Voetstampwijnen zijn Tandknarswijnen

Jean-Paul Franssens (1938-2003) was een duizendpoot. Hij was operaregisseur, schrijver, dichter, schilder en illustrator. Hij kon, als we Van der Heijden mogen geloven, fantastisch vertellen. Of het helemaal waar was wat hij zei, viel te betwijfelen, maar het vertellen zélf werd door Franssens tot kunst verheven. Om indruk te maken probeerde Van der Heijden het kunstje zelf ook uit op Franssens, maar tevergeefs.
Franssens blijkt een “exuberante verteller van barokke levensverhalen”. Hij was een bohémien, luidruchtig, theatraal en dominant. In Arti, en in tal van andere kroegen, kreeg hij alle aandacht met zijn verhalen. Boven alles was hij een drinker. Veel van zijn dagen waren volledig gevuld met cafébezoeken. Zijn doodsoorzaak, leverkanker, moet niemand verbaasd hebben. Franssens hield van het leven en drinken had voor hem een sacrale betekenis: het bracht hem in de juiste sfeer om te zijn wie hij in gezelschap wilde zijn.
Franssens’ literaire oeuvre was echter het tegengestelde van zijn persoonlijkheid: gestileerd, eenvoudig, ingetogen, in een strak korset. Dit oeuvre is nagenoeg vergeten door het publiek. Zijn dromerige schilderijen tonen eveneens een karakter dat compleet verschilt van hun schepper. Ook deze schilderijen zijn vergeten geraakt. Van der Heijden lijkt met Voetstampwijnen zijn Tandknarswijnen te willen bijdragen aan een herleving van Franssens’ oeuvre.
Het requiem is vormgegeven middels een stroom herinneringen die de persoon Franssens geleidelijk voor de buitenwereld onthullen. In die herinneringen komen veel andere schrijvers voor (Schierbeek, Schröder, Mulisch, Wolkers, Morriën) waarvan de meesten intussen op hogere leeftijd, of ook al overleden zijn. Het boek is opgedragen aan Mauringh, Franssens’ oudste zoon, die een jaar voor zijn dood zelfmoord pleegde. Toch is het boek met al die doden allerminst deprimerend of pessimistisch. Dit verhaal, over wat was en wat nooit meer zal zijn, is eerder nostalgisch en glimlachend. Zichzelf, Franssens en anderen relativerend geeft Van der Heijden een nietsontziende inkijk in de Amsterdamse sociëteit Arti en in de groep drinkende, rokende en bekvechtende artiesten. In het middelpunt van al die gezelligheid voert hij een beer ten tonele, die hield van het leven én van de kunsten. Een moeilijk toegankelijke man, maar een vergeten monument, dat door Van der Heijden weer in ere wordt hersteld.
A.F.Th. van der Heijden, Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen, Uitgeverij Querido, ISBN 9789021434391 (€ 19,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven