Recensie: Een ambigu Marokko

De Frans-Marokkaanse Leïla Slimani vestigde internationaal haar naam met twee kleine, maar scherpzinnige romans. Nu pakt ze groter uit met een trilogie over het ontstaan van het moderne Marokko, gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis. Het tweede deel Kijk ons dansen toont aan dat ze de aandacht meer dan waard is. ‘We hebben veel verleden, maar weinig geheugen. Daarom is het belangrijk dat we onze geschiedenis blijven leren,’ zei de auteur tijdens een panelgesprek op de afgelopen Frankfurter Buchmesse. 

Door Mirjam Mulder 

In Mathilde, het eerste deel, begonnen we drie generaties terug, als de Franse Mathilde in 1946 verliefd wordt op de knappe Marokkaanse officier Amine. Ze trouwen en Mathilde verhuist met hem mee naar een klein dorpje in Marokko. Terwijl Amine een boerderij uit de (dorre) grond probeert te stampen, vecht Mathilde tegen het heersende patriarchaat. Ondanks hun stugge huwelijk krijgen ze twee kinderen, Aïcha en Selim. Ondertussen kruipt de grimmige onafhankelijkheidsstrijd van protectoraat Marokko tegen Frankrijk steeds dichter naar hun streek toe. 

In Kijk ons dansen pakken we de draad op in 1968. Het boerenbedrijf van Amine bloeit, en de familie behoort tot een nieuwe bourgeoisie. Allemaal worstelen ze op hun eigen manier met die nieuwverworven status. Marokko is nu onafhankelijk, en iedereen doet alsof de kolonisatie één groot misverstand was geweest. Zo wordt Amine uitgenodigd om lid te worden van de Rotaryclub, die eerst alleen uit leden van de Europese gemeenschap bestond. ‘Dat de leden van de Rotary aandrongen, dat ze zo voorkomend waren, zo veel aandacht aan Amine besteedden, was ook omdat hij Marokkaan was en de club, door Arabieren als lid toe te laten, wilde bewijzen dat de tijd van de kolonisatie, de tijd van parallelle levens, voorbij was.’ 

Ondertussen voelt Mathilde zich een uitgewrongen vaatdoek. Amine was niet de enige die al die jaren hard heeft gewerkt, maar dat lijkt hij niet te zien. Hij denkt dat zij het huishouden deed uit liefde. ‘Wat jij liefde noemt is werk!’ wil ze tegen hem schreeuwen. Ze is jaloers op haar dochter, die in Frankrijk studeert, terwijl zij in haar huis gevangen zit. ‘Toch fantaseerde ze op die momenten nooit over een ander huis, dat milder voor haar zou zijn, minder vijandig. Ze begreep dat elk huis een val was die zich om haar heen sloot.’ 

Buitenstaander 

In dit tweede deel spelen de twee kinderen, Aïcha en Selim, een grotere rol. Aïcha is geneeskunde gaan studeren in de Elzas, waar ze door de meesten wordt gezien als ‘de Afrikaanse’. Ze probeert vooral niet op te vallen, en stort zich volledig op haar studie. Maar als ze in de vakantie terugkeert naar Marokko, voelt ze zich ook daar niet helemaal meer thuis. ‘Aïcha was de eerste in deze familie die studeerde. Hoe ver je ook terugzocht onder hun voorouders, niemand had zo veel geweten als zij,’ denkt haar vader trots. Slimani, die op haar achttiende naar Frankrijk verhuisde, kan zich duidelijk goed inleven in Aïcha. ‘Ik houd ervan een buitenstaander te zijn, die eenzaamheid bevalt me,’ vertelde ze op de Buchmesse. 

Selim is inmiddels een tiener en voelt zich ongezien in de familie, in de schaduw van zijn zus. Hij worstelt met de plotse veranderingen in zijn leven. De arbeiders die voor zijn vader werken, behandelen hem opeens met een eerbied die hij niet had verwacht. ‘Hij was kind geweest en nu was hij dat niet meer, zomaar opeens, zonder dat er iets werd uitgelegd. (…) In dit land bestond de puberteit niet. Er was geen tijd, geen uitstel, geen ruimte voor deze vage leeftijd, dit duistere en besluiteloze interval.’ Als hij een Deens meisje tegenkomt, dat met haar vrienden onderweg is naar het hippieparadijs Essouira, vlucht hij met hen mee. 

Onverschrokken 

Naast deze hoofdfiguren, laat Slimani nog vele andere personages aan het woord. Ze verspringt moeiteloos van de een naar de ander, zonder dat het verwart. Doordat ze hen allemaal een eigen verhaal geeft, voelt het alsof ze in een echte wereld leven, bevolkt door echte mensen. Zo volgen we de losbandige Selma, de zus van Amine, met wie Selim in een kortstondige affaire zijn seksualiteit leert kennen. En Mehdi, bijgenaamd Karl Marx, die hopeloos verliefd wordt op Aïcha en denkt dat hij voorbestemd is om een groot schrijver te worden. En Mourad, voormalig adjudant van Amine en deserteur, die door Amine wordt gekoppeld aan Selma, om een schandaal te voorkomen. 

Zodoende krijgen we een breed beeld van de verschillende ervaringen van mensen in Marokko tijdens dit ‘ambigue tijdperk’, zoals Slimani het noemde op de Buchmesse. Dat doet ze altijd op een eerlijke en onverschrokken manier, met de nadruk op nuances in plaats van generalisaties. ‘Tijdens mijn onderzoek voor Mathilde ontdekte ik veel dingen over mijn familie en land die ik niet leuk vond. Maar daarom wist ik dat ik het moest schrijven.’ 

Aan het eind van het boek zijn we aanbelandt bij het tijdperk dat de schrijfster zelf bewust heeft meegemaakt. Het doet reikhalzend uitkijken naar het slotdeel van deze indrukwekkende trilogie. 

Leïla Slimani, Het land van de anderen 2. Kijk ons dansen, vertaling: Gertrud Maes, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 304 pagina’s (€ 24,99) 

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven