Zeven dieren bijten terug – Frank Westerman

Een zoektocht naar het onvindbare. Zo zou je de pogingen van Willem Barentsz en zijn bemanning kunnen noemen om een noordelijke handelsweg tussen Europa en Azië te vinden. De Nederlanders ondernamen in de zestiende eeuw drie poolexpedities. Frank Westerman schreef een literaire reportage over zijn reis in de voetsporen van Barentsz. De dieren die de ontdekkingsreiziger tegenkwam spelen een belangrijke rol in het boek.

Door Hugo Jager

‘Wij mensen hebben de wereldkaart veranderd en dat fascineert me’, zegt Frank Westerman. ‘De schepen varen nu de Nieuwe Waterweg binnen via de Arctische zijderoute waarnaar Willem Barentsz ooit heeft gezocht.’ In zijn boek beschrijft Westerman de tocht van het vrachtschip Yong Sheng, dat in 2002 hijskraanonderdelen vervoerde van China naar Rotterdam. Daarbij nam het niet de gebruikelijke zeeroute via de Indische Oceaan en het Suezkanaal, maar de noordelijke route langs Siberië. En daarmee was dat het eerste koopvaardijschip dat deze tocht zonder ijsbreker volbracht. Baanbrekend, want er zouden tot in de huidige tijd nog vele schepen volgen. Dat de route vier eeuwen later na Barentsz mogelijk is, heeft veel met de klimaatverandering te maken. ‘Het is een slechte tijding,’ zegt de auteur. ‘De schepen brengen een alarmerende boodschap.’ Iets wat hij niet al te zeer wilde benadrukken. ‘Ik beschouwde de klimaatcrisis voor het boek eerder als een gegeven, dan een aambeeld waar ik op wilde hameren.’

Voor Willem Barentsz en zijn bemanning moet het een barre tocht zijn geweest. ‘Voorbij de Noordkaap kwamen ze geen mens meer tegen. Alleen nog dieren.’ De dieren wilde Westerman combineren met het verhaal van Barentsz. ‘Ik had natuurlijk een eigentijdse bewerking van het scheepsverslag kunnen maken. Maar in de tijd van de ontdekkingsreizigers had je het genre van het bestiarium. In dergelijke boeken stonden korte verhaaltjes over een bepaald dier met prachtige miniatuurtjes. Van zowel bestaande als fabeldieren. Ik wilde een hedendaags beestenboek schrijven, waarin ik wilde onderzoeken wat de dieren ons te vertellen hebben.’

Het verhaal van de ijsbeer

De schrijver gaat me voor in zijn werkkamer en toont me afbeeldingen in het scheepsverslag van de derde reis. Hij laat een opmerkelijke afbeelding van een glimlachende ijsbeer zien als hij opmerkt: ‘Ik heb geturfd. Ik kom tot 54 ijsbeergevechten op leven en dood. Daarbij worden twee matrozen opgegeten.’ Westerman vertelt in het boek dat een beweeglijke beer de grote kogels uit de scheepskanonnen met gemak kon ontwijken en dat ook van musketten en pistolen de vuurkracht vaak niet dodelijk was.

Ook de schrijver moest samen met zijn dochter vrezen voor de ijsbeer. Hij reisde met haar af naar een camping op Spitsbergen waar enkele jaren eerder een Amsterdammer in zijn tent was doodgebeten door het roofdier. ‘Mijn dochter vond het griezelig en ik achteraf eigenlijk ook. We bleven lang op, stookten een vuurtje en gelukkig lagen er twee honden op wacht. Iedereen ging slapen, maar wij wilden eigenlijk waken.’ Tot een confrontatie kwam het niet, al zagen ze de beren uiteindelijk wel. ‘Het lijkt misschien spectaculair, maar ik wilde vooral graag weten hoe wij ons kunnen verhouden tot dat dier.’

De merkwaardige mens

Het leverde Westerman een belangrijk inzicht op. ‘Dat niet het dierengedrag merkwaardig is, maar vooral dat van de mens.’ Bijvoorbeeld ook in het geval van de rotgans, een ander dier dat Barentsz tegenkwam. In Nederland levert de gans veel overlast op bij boeren. Om zich erin te verdiepen ging Westerman op bezoek bij de zoon van de vuurtorenwachter van Texel. ‘Hij werd aangesteld als parkwachter om ervoor te zorgen dat die ganzen precies op het daarvoor ingerichte plekje landen. Met als doel dat de ganzen het land van de boer ongemoeid zouden laten.’ Die maakbaarheid van de natuur, die gericht is op een enkele soort, vindt Westerman naïef. ‘Het is een compromis in een conflict tussen mensen die ze willen beschermen en verjagen. Dit terwijl het veel meer gaat om het natuurlijke evenwicht, denk ik. Het draait om leven en laten leven.’ Ook op Spitsbergen werd dat duidelijk. ‘Rendieren mogen er alleen met een vergunning worden gedood. Verder is afschieten verboden als de beesten zich binnen de bebouwde kom bevinden. Het gevolg is dat je overal rendieren tussen de huizen ziet staan, want daar zijn ze veilig.’ Volgens Westerman kunnen we iets van de dieren opsteken. ‘De manier waarop we ingrijpen zegt iets over onze blik, waarmee wij naar de natuur kijken. Of het nu een narwal, ijsbeer, rendier, paling, krab, lemming of rotgans is, de dieren houden ons eigenlijk een spiegel voor

Frank Westerman, Zeven dieren bijten terug,

Querido Fosfor, 294 p. (24,99)

Berichten gemaakt 5338

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven