Welbespraakt, zonder vrees, streng en eerlijk: jureren bij de ECI Literatuurprijs

De ECI Literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige literaire boek van het afgelopen jaar gaat naar Rivieren van Martin Michael Driessen, weten we sinds een week. Maar hoe komt de jury tot een beslissing? Jurylid Rosanna Del Negro vertelt speciaal voor de Boekenkrant over haar ervaringen.

Door Rosanna Del Negro

Het begin
Het was een toevalstreffer, afgelopen juli, dat ik de oproep in het NRC zag staan voor de lezersjury van de ECI literatuurprijs. Ik besloot vlak voor mijn vakantie een korte motivatie in te sturen. Terug van zon en zee wachtte mij een mail met de gelukswensen van het ECI secretariaat; ik mocht mij lid van de eerste ECI lezersjury ooit noemen. Met 49 anderen was ik geselecteerd uit 300 of, zo ging het gerucht, wel 500 aanmeldingen. Wie de 49 anderen waren, kon ik al een beetje opmaken van de website waarin de lezersjury zich met een korte bio voorstelde.

Later startten de leden van de jury een beginnende discussie via een besloten Facebook-groep. Het was een mengelmoesje aan deelnemers: 25 uit Vlaanderen en 25 uit Nederland. Stuk voor stuk liefhebbers van een goed boek, vaak met een talig beroep maar even zo vaak niet. Zo waren er twee psychologen die handig zouden blijken bij de beoordeling op waarachtigheid van Moedervlekken van Arnon Grunberg, een boek over een psychiater van de crisisdienst.

En de winnaar is…
Zes weken voor de daadwerkelijke uitreiking in Theater het Spui in Den Haag kreeg ik de boeken van de shortlist thuis toegezonden. Zes boeken, voor elk boek een week leestijd. De eerste twee boeken las ik op een e-reader: Zachte riten van Marja Pruis, waar enige polemiek over was ontstaan vanwege mogelijke bevoordeling door een bevriend vakjurylid, en Jij zegt het van Conny Palmen, over de liefdesrelatie van schrijversechtpaar Ted Hughes en Sylvia Plath.

Daarna pakte ik Rivieren van Martin Michael Driessen op, een dun boekje met drie verhalen. Een uitzonderlijke keuze uit de longlist door de vakjury, gezien verhalenbundels commercieel gezien niet altijd even interessant zijn. Het vierde boek dat ik las was Moedervlekken. Tot nog aan toe geen vuiltje aan de lucht; de weken vorderden en ik lag op schema. Totdat ik aan een dikke pil van ruim 600 pagina’s begon: Goldberg van Bert Natter. Ik had me verheugd op deze roman, had reeds andere boeken van Natter gelezen en hoopte een historische vertelling terug te vinden. Het boek vlotte echter niet zoals ik wilde. Wellicht begon een zekere leesmoeheid zich van mij meester te maken. Ik pakte het laatste boek Op de rok van het universum van Tonnus Oosterhoff voortijdig op. Dit zou pas de echte uitdaging worden. Het boek van Oosterhoff was innovatief en experimenteel, een Picasso onder de Rembrandts, en lokte bijpassende reacties uit. Zoveel werd tevens duidelijk tijdens het debat dat in de middag voor de uitreiking plaatsvond.  Waar de een lyrisch was over het boek van Oosterhoff, kraakte de ander het grondig af.

De lezersjury was tijdens alle discussierondes welbespraakt, zonder vrees of schroom, soms streng maar te allen tijde eerlijk. Er rolde die middag één winnaar uit en dat was Martin Michael Driessen.

De terugkeer van de verhalenbundel
Na de uitreiking sprak ik Oosterhoff, een eigenzinnige en zachtaardige Groninger, en hij vroeg mij voor wie ik gestemd had. In alle eerlijkheid moest ik toegeven dat mijn stem naar Jij zegt het gegaan was vanwege de poëtische meeslepende verteltrant. Zijn eigen boek, zo zei Oosterhoff, werd of prachtig gevonden of riep negatieve, zelfs agressieve reacties op. Aan welke kant schaarde ik mij, wilde hij weten. Enigszins verrast was hij wel toen ik zei dat ik me in het midden bevond. Of dat ook kon? Jawel, antwoordde ik, want ik wilde het vernieuwende ervan een kans geven, maar moest toegeven dat de tekst mij niet had kunnen veroveren.

Driessen won dit jaar niet alleen de prijs van de lezersjuryprijs (een bedrag van 10.000 euro, tot op het laatst geheim gehouden), maar ook die van de vakjury (50.000 euro) met Rivieren, stijlvol en beeldend geschreven. Het is de meest klassieke roman van de shortlist 2016 en zal wellicht baanbreker worden voor de terugkeer van de verhalenbundel.

rdn

Rosanna Del Negro heeft Letteren gestudeerd aan de Universiteit van Bologna. Zij woont en werkt in Utrecht. Ze schrijft (journalistieke) teksten en doet PR vanuit haar eenmansbedrijf @Carbonpapier.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven