Recensie: Stripverhalen, chansons en molotovcocktails

Voor zijn nieuwste boek werkte Jacques Tardi samen met zijn echtgenote Dominique Grange. Tardi leerde haar begin jaren zeventig kennen toen zij werkte als vertaalster voor een tijdschrift waar hij een stripverhaal voor tekende. Hij stond toen zelf nog aan het begin van zijn carrière, maar groeide uit tot een van de belangrijkste stripmakers van Frankrijk. Met Elise en de Nieuwe Partizanen voegt hij een nieuw en boeiend hoofdstuk toe aan zijn oeuvre. 

Door Hans Pols

Jacques Tardi is vooral bekend van zijn stripverhalen over de Eerste Wereldoorlog, een trilogie over het verblijf van zijn vader in een gevangenenkamp tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn bewerkingen van romans van verschillende Franse schrijvers, zoals Léo Malet, Didier Daeninckx, Jean Vautrin en Jean-Patrick Manchette. Hij illustreerde drie romans van Louis-Ferdinand Céline. Elise en de Nieuwe Partizanen werd geschreven door Dominique Grange, de vrouw van Tardi. Grange debuteerde als zangeres in de jaren zestig. Haar carrière werd op gang geholpen door Guy Béart, met wie ze enige tijd samen optrad. Hierna begon ze haar eigen nummers te schrijven, omdat ze daar haar linkse idealen in kwijt kon. Haar lied Les Nouveaux Partisans werd in Frankrijk een populaire protestsong. Grange stond op de barricades in mei 1968, maar daar hield het voor haar niet mee op. Ze zette een punt achter haar zangcarrière en sloot zich aan bij een maoïstische groepering die een revolutie nastreefde in Frankrijk.  

Op deze roerige periode in haar leven baseerde Dominique Grange Elise en de Nieuwe Partizanen, een ruim 160 pagina’s dikke graphic novel, waarvoor Tardi het tekenwerk verzorgde. En dat doet hij goed, in zwart-wittekeningen met veel details en aansprekende personages, en met Parijs als kleurrijk decor. In veel van zijn andere boeken verwerkte Tardi sociale ongelijkheid als thema, en ook het levensverhaal van zijn vrouw heeft voldoende elementen waarin hij dat thema terug kan laten komen. Toch valt Elise en de Nieuwe Partizanen een beetje tegen. Dat ligt niet aan Tardi.  

De openingspagina’s van de graphic novel schetsen een beeld van Frankrijk eind jaren vijftig – begin jaren zestig, een periode van grote sociale ongelijkheid en racisme. Frankrijk was in oorlog met Algerije en Algerijnse arbeiders in Frankrijk leefden in erbarmelijke omstandigheden. Protest hiertegen werd met geweld de kop ingedrukt. In oktober 1961 loopt een demonstratie in Parijs volledig uit de hand, met bijna tweehonderd doden, meer dan honderd vermisten en ruim dertienduizend arrestaties. Het is het Parijs waar Elise op achttienjarige leeftijd gaat studeren.  

Dan verspringt de tijd naar 1971. Elise raakt ernstig gewond als un het appartement waar zij met andere revolutionairen verblijft, een molotovcocktail die zij aan het maken is explodeert. Op dat moment heeft zij al besloten om met haar vriend en enkele anderen het linkse verzet tegen de sociale misstanden die zij zien, illegaal en met geweld voort te zetten. Dat maakt het onmogelijk om met haar naar een ziekenhuis te gaan. Een bevriende arts is bereid om haar te verplegen en ze vindt onderdak bij mensen die sympathiek staan tegenover haar idealen. In het ziekbed blikt ze terug op haar leven vanaf pakweg 1958. Na het ongeval en het uiteenvallen van allerlei extreemlinkse bewegingen komt Elise in een vacuüm terecht. Haar vriend Simon raakt aan de heroïne en Elise voorziet in haar onderhoud met allerlei baantjes. In 1977 maakt ze kennis met haar toekomstige man tijdens de lancering van een nieuw striptijdschrift waar ze beiden aan meewerken. Het is niet al te moeilijk om hier Jacques Tardi zelf in te herkennen.  

Het leven van Elise vertoont zoveel overeenkomsten met dat van Dominique Grange, dat het overduidelijk is dat zij de hoofdpersoon van dit verhaal op zichzelf baseerde en dat op zijn minst grote delen ervan autobiografisch zijn. Toch noemt ze in het nawoord van deze uitgave  Elise en de Nieuwe Partizanen ‘niet autobiografisch en het is ook geen fictie’. In datzelfde nawoord schrijft ze dat het ook niet haar bedoeling geweest is om de geschiedenis van de maoïstische arbeidersbeweging in Frankrijk te schrijven. En dat is precies waar de schoen wringt. Het boek staat op sommige pagina’s bol van de feiten, de ene na de andere afkorting komt voorbij en allerlei opstanden en acties worden even genoemd. Daaardoor heeft het toch iets van een geschiedenisboek.  

Een ander punt is dat het verhaal zonder goede reden steeds in de tijd verspringt, waardoor Elise niet goed tot leven komt. Wat gebeurt er in haar leven dat haar karakter vormt en haar aanzet tot politieke actie? Wie is ze? En wat drijft haar steeds verder naar links en uiteindelijk tot geweld? Beter was het geweest als Grange een duidelijke keuze had gemaakt voor het verhaal van Elise en iets meer feiten (die voor haar verhaal niet echt ter zake doen) achterwege had gelaten. Dat neemt niet weg dat Elise en de Nieuwe Partizanen een mooie, goedverzorgde uitgave met prachtig tekenwerk is, over een interessante periode in de recente geschiedenis waar nog maar weinig stripverhalen over zijn gemaakt.  

Jacques Tardi en Dominique Grange, Elise en de Nieuwe Partizanen, vertaling: Frits van der Heijde, Uitgeverij Silvester, 176 pagina's (€ 39,95) 

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5309

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven