Recensie: Het ontstaan van een omstander

Wie zijn de verzetshelden? Over deze vraag zijn vele geschiedenisboeken volgeschreven. In haar essay voor de Boekenweek draait Roxane van Iperen die vraag om: wie zijn de omstanders? De genocidefax onderzoekt onze innerlijke tweestrijd tussen meegaan met de groep, of je ertegen verzetten. Van Iperen neemt de Rwandese genocide als schrijnend voorbeeld.

Door Mirjam Mulder

‘Nooit eerder in de geschiedenis van de VN werd zij schriftelijk voor een genocide gewaarschuwd – tot 11 januari 1994.’ Op die dag verstuurt Roméo Dallaire, commandant van de vredesmissie ter plaatse, een dringende fax naar het hoofdkantoor van de VN in New York. Maar die wordt onder in een bureaula geschoven.
Meedogenloos tekent Van Iperen de gebeurtenissen op die naar het vreselijke bloedbad tussen de Hutu’s en de Tutsi’s leidden. Ook laat ze zien hoe de VN haar imago van moedige peacekeeper tot op de dag van vandaag overeind probeert te houden, door haar nalatenschap te verbloemen. ‘Niet voor niets wordt het de meest genegeerde volkerenmoord van de recente geschiedenis genoemd: Rwanda, 1994.’
Van Iperen wisselt het verhaal van de genocide, vertelt vanuit Dallaire’s perspectief, af met bespiegelingen over wat mensen tot onverschillige omstanders maakt. Iets wat overal, elke dag, op grote of kleine schaal gebeurt: denk maar discriminatie, de toeslagenaffaire, seksuele intimidatie op de werkvloer en overheidsgeweld tijdens de Tweede Wereldoorlog of in Nederlands-Indië.
De strijd aangaan met de vijand vergt moed, maar het opnemen tegen je eigen groepsgenoten kan nog veel moelijker zijn, legt de auteur uit. Mensen hebben van nature een sterke drang om bij een groep te horen, en daar is niets mis mee. Maar het wordt problematisch, zegt Van Iperen, op het moment dat de gedeelde normen en waarden van die groep verharden in ‘het eigen’ versus ‘de ander’. ‘Wie het dan nog aandurft binnen de eigen groep twijfel of kritiek te uiten, wacht als verrader de zwaarste straf: verstoting.’
Hoewel het goed is om mensen als Dallaire, die wél het verzet binnen de eigen groep durfden aan te gaan, te blijven bespreken, laat Van Iperen zien dat het nog belangrijker is om ernaar te kijken waarom alle andere betrokkenen niets deden. Zo houdt de auteur ons een spiegel voor: het grootste deel van onze beslissingen maken we niet op basis van ons eigen geweten, maar op basis van de reactie die we daarop hopen te krijgen vanuit de groep waartoe we willen behoren. Een ongemakkelijk gegeven, voor wie is opgegroeid onder ‘de westerse heiligverklaring van de vrije wil’.
De auteur concludeert dat we ons zelfbeeld moeten bijstellen: er schuilt waarschijnlijk geen potentiële held in de meesten van ons. Dus, laten we niet langer piekeren over wat wij zouden hebben gedaan als het erop aankwam, maar laten we ons afvragen: wat doen we nu?

Roxane van Iperen, De genocidefax, Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, 96 pagina’s (€ 3,75)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2021.

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven