Nieuwe Sterrenbeelden

De traditionele visie op poëzie, waarin taal beknopt en abstract gebruikt wordt en ten dienste van een maximale uitdrukkingskracht staat, moet bij lezing van Verhelst overboord. Bij hem ís die taal het gedicht. Veel cycli kennen een kleine, eenvoudige gedachte als oorsprong, en dijen vervolgens uit tot een woordenstroom van monstrueuze proporties, met het taalspel als enige stuwende kracht. Autonomie in zijn puurste vorm. Geregeld worden de dichtregels zó breed, en loopt de tekst zó vloeiend door, dat het bijna proza wordt, zoals in “Crash Stills 2” en “We komen naar het plein…”. Ook waar de gedichten strakker in een korset worden gehesen, stroomt de taal onverminderd voort. Zonder witte pagina’s tussen de cycli lijkt de bundel een continu evoluerende, op zichzelf voortbordurende fantasie. Waarneming is het belangrijkste subject van het taalspel. En omdat dit het enige dragende element in de bundel is, is die taal zeer krachtig, veelzijdig en overtuigend in de vele verschillende, eveneens mee-evoluerende dichtvormen, van epische fantasie en quasi-proza tot liefdessonnet, die in de bundel voorkomen.
Verhelst toont aan dat niets verloren gaat en niets gewonnen wordt; de taal die dit beschrijft is dermate krachtig dat verschillen verdwijnen, de wereld in een absoluut evenwicht opgeheven wordt, zinloos lijkt: “Men beweert dat materie bestaat / uit leegte, als hij al bestaat.” (Klein Mogadishu) Zelfs waarheid wordt subjectief, een bewering. In één korte zin staan drie tegenspraken, die alle de inhoud weerleggen: het verschil tussen materie en leegte wordt opgeheven omdat het hetzelfde is. Het lijkt een makkelijke flauwigheid, maar de manier waarop Verhelst dit verwoordt, verraadt de hand van een meester. Een progressieve, ja zelfs avant-gardistische meester, die enkele eigenschappen van postmoderne kunst (afwezigheid van, en afbraak van schijnbare zekerheden, zoals waarheden, zin) nadrukkelijk naar voren brengt in zijn poëtica.
“Wie een berg sloopt bouwt een nieuwe berg / want niets gaat verloren” (Let’s get lost/5): elk verschil wordt direct opgeheven, het absolute evenwicht blijft behouden. De wereld in deze bundel is nog minder dan destructief – dat zou op een ontwikkeling duiden. De wereld is onveranderlijk. Wat rest zijn taalspellen, ogenschijnlijk onschuldig, maar in feite de vertolkers van het grote evenwicht, de opheffing van de zin. Verhelst gebruikt veel woorden om weinig inhoud weer te geven, maar tegelijkertijd een sterke boodschap over te brengen.
Peter Verhelst, Nieuwe Sterrenbeelden, Uitgeverij Prometheus, ISBN 9044611465 (€ 22,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven