Maar met ons gaat het slecht

In 1997 roemde Bill Clinton het Nederlandse poldermodel – een idee dat lijkt te zijn ontstaan uit onze eeuwenlange strijd tegen het water, waarbij Nederland geen tijd had voor al te hevig politiek gekrakeel.

In zijn met de Prinsjesboekprijs bekroonde Ons stipje op de waereldkaart verwijst oud-hoogleraar aan de UvA Piet de Rooy dit idee van de Nederlandse politieke geschiedenis naar het rijk der fabelen. De politieke cultuur ontwikkelde zich met horten en stoten, waarin ‘lange momenten van een min of meer grote stabiliteit worden afgewisseld met perioden van snelle, plotselinge verandering.’

De Rooy behandelt de moderne geschiedenis van de Nederlandse politieke cultuur vanaf de vorming van de Bataafse Republiek in 1795 tot aan onze huidige tijd. Het is een mirakel van beknoptheid dat hij dit relaas met veel gevoel voor detail in  slechts 300 pagina’s uiteenzet.

De Rooy onderscheidt vier perioden van heersende politieke cultuur binnen deze ruime twee eeuwen. In de eerste periode worden er met de Bataafse grondwet van 1798 constitutionele gevoelens opgeroepen die niet meer beteugeld kunnen worden, ook al keren de koninklijke heersers snel weer terug – eerst met Lodewijk Napoleon in 1806 en krap negen jaar later na het Congres van Wenen met Willem I.

Na de befaamde grondwetsherziening van Thorbecke in 1848, breekt een tweede periode aan, waarin het parlement een centrale rol ging spelen. Dat dit politieke systeem nog ver afstaat van wat wij tegenwoordig als gangbare politiek beschouwen,  wordt duidelijk uit de opstelling van parlementskandidaten: ‘Kandidaten stelden er vaak een eer in om zich aan de vooravond van verkiezingen juist níet in hun kiesdistrict te vertonen, om zo duidelijk te maken dat zij er niets aan hadden gedaan om gekozen te worden.’ Politieke partijen bestaan op dit punt  nog niet, parlementaire vertegenwoordigers worden als wijze mannen geacht om ‘op de onbekrompenste en waardigste wijze, het Nederlandsche staatswezen in zijn ganschen omvang te helpen leiden tot een zoo veel mogelijk gunstig en heilrijk uiteinde,’ zoals de Leeuwarder Courant het in 1848 uitdrukte.

Dit alles verandert wanneer Abraham Kuyper met de oprichting van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) in 1879 het fenomeen van de politieke partij introduceert. Daarmee breekt de derde periode aan. Kuyper spaart zich geen moeite om de grote verscheidenheid aan protestanten om te smeden naar een eensgezind volksdeel, door niet alleen de ARP, maar ook een krant, een universiteit en zelfs een nieuw kerkgenootschap te stichten. De protestantse zuil wordt geboren en daarmee is  het ideaal van eensgezindheid nu definitief onhaalbaar: ‘Consensus verdween uit het zicht, het compromis werd het hoogst haalbare.’

Een vierde periode begint in de jaren ’60 en duurt voort tot in de huidige tijd. Ideologieën en beginselen verliezen hun aantrekkingskracht en daarmee worden de fundamenten van de verschillende politieke partijen uitgehold, met als resultaat een bevolking die zich niet meer vertegenwoordigd voelt door het politieke establishment. Over de recente tijd heeft De Rooy geen goed woord over. Het Nederlandse volk is al jaren pessimistisch over de stand van zaken in de maatschappij en in de politiek, ondanks een gestage toename van het besteedbaar inkomen, samengevat in de uitdrukking: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht.’ Oplossingen voor de impasse in de hedendaagse politieke cultuur geeft De Rooy niet, hij stelt zich slechts ten taak haarscherp te analyseren hoe we deze staat hebben bereikt.

Waar de eerste helft van het boek nogal eens langdradig aanvoelt door de hoge informatiedichtheid en het gebruik van onnodig archaïsche woorden, komt het verhaal in de tweede helft meer tot leven. Bovendien blijkt De Rooy dan een snijdende pen te kunnen hanteren waarmee hij hoofdrolspelers uit het recente politieke systeem behendig weet te fileren. Voor iedereen die wil weten hoe we toch ooit in de huidige politieke cultuur terecht zijn gekomen heeft Piet de Rooy een zeer verhelderend boek geschreven.

stipje op de weareldkaart

Boekgegevens

Piet de Rooy, Ons stipje op de waereldkaart, Uitgeverij Wereldbibliotheek, ISBN 978 90 284 2573 6 (€ 29,95)

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven