Dag mevrouw Van Ditzhuyzen. Zijn kinderen beleefd of onbeleefd?
‘Kinderen zijn van nature speels en nieuwsgierig. Ze moeten leren zich netjes te gedragen. Net zoals je moet leren lezen en schrijven.’
Zijn kinderen onbeleefder dan vroeger?
‘Een beetje wel. Ze zijn net als hun ouders wat vrijer opgevoed. En als grote mensen geen goede manieren hebben, kunnen ze het hun kinderen ook niet leren.’
Bent u zelf goed opgevoed?
‘Jazeker. Goede manieren zijn er bij mij met de paplepel ingegoten.’
En uw kinderen?
‘Die voed ik ook heel netjes op. De jongste is nu zestien.’
Maar wat heb je eraan???
‘Als je goede manieren hebt, is het leven leuker. Bots ik tegen iemand op en begint deze persoon te schelden – “Idioot, kun je niet uitkijken!” – dan heb ik niet zo’n fijne dag. Je kunt ook naar elkaar glimlachen, je excuseren en doorlopen.’
Wel veel regeltjes zijn er, toch?
‘Goed gedrag wordt een tweede natuur zonder dat je allemaal regeltjes hoeft te onthouden. Als je leert fietsen, is het ook niet: eerst dit been omlaag, dan dat been omlaag.’
Eigenlijk zouden kinderen uw boek ook op school moeten lezen.
‘Ja, dat zou heel goed zijn. En ook heel leuk.’
Mevrouw Van Ditzhuyzen, mag ik u van harte danken voor dit gesprek?
‘Zeer graag gedaan.’
Reinildis van Ditzhuyzen, Kinderen weten hoe het hoort, Uitgeverij Gottmer, ISBN 978 90 230 1242 9 (€ 7,90)