INTERVIEW – Waar taal stopt, begint muziek

Hongaarse dansen is de geschiedenis van een Hongaarse familie in Londen, met Karina en Lilly centraal in de aandacht. Maar zij zijn voor jou geen nieuwe personages.
‘Het allereerste verhaal dat ik schreef – ik was toen veertien – ging over Karina en Lilly. Ze woonden tegenover elkaar en seinden naar elkaar bij wijze van communicatie. Het was een slecht verhaal, ik zal het nooit publiceren. Zij waren wél de eerste aanleiding om Hongaarse dansen te schrijven.’

Hoe kwam je daartoe, zoveel jaren later?
‘Ik moest ineens weer aan hen denken, en vroeg me af hoe hun levens zich intussen hadden ontwikkeld. Al schrijvend ontstond Hongaarse dansen. Hoewel het op Karina en Lilly is geïnspireerd, heeft het boek niets meer met het oude verhaal te maken.’

Wat overeenkomt tussen dat eerste verhaal en Hongaarse dansen is je interesse in menselijk contact.
‘Dat klopt. Veel van Hongaarse dansen gaat over communicatie, samenleven, en hoe mensen elkaar beïnvloeden. Dat aspect heb ik extra benadrukt door een Hongaarse familie in Londen te beschrijven. Ze zijn van hun vaderland afgesneden, wat hen dichter bij elkaar brengt.’

Vanwaar je interesse hierin?
‘Ik vind het vreselijk om te zien hoe mensen tegenwoordig met elkaar omgaan. Ze sluiten zich van elkaar af, op stations en op straat lopen ze met oordopjes in, kijken naar de grond. Er is veel onvriendelijkheid en geweld, het gaat niet goed met de samenleving.’

Heeft de grote rol van muziek in Hongaarse dansen te maken met je interesse in menselijke communicatie?
‘Muziek is mooi en diepzinnig, onder andere omdat het veel verder reikt dan woorden en gebaren. Waar taal stopt, begint muziek. Dit element hangt zeker samen met de rol van communicatie tussen mensen in Hongaarse dansen, hoewel de belangrijkste rol is weggelegd voor de viool. Muziek speelt in Hongarije een heel belangrijke maatschappelijke rol, en specifiek de viool als de stem van zigeuners.’

Speel je zelf viool?
‘Haha, ik heb korte tijd les gehad van een Italiaans-Hongaarse muzieklerares. Ik kon het niet, ik werd gek van de hoge tonen. Bovendien was mijn lerares temperamentvol. Vele jaren later ontmoette ik mijn man, die wel een succesvol violist is. De connectie met Hongarije gaat overigens verder dan mijn vioollerares: het orkest van mijn man werd gedirigeerd door de roemruchte dirigent Georg Solti; bovendien is hij een groot bewonderaar van de componist Bartók.’

Deel je die bewondering met je man?
‘Absoluut, toen ik viool leerde spelen, vond ik Bartóks muziek magisch, maar ik begreep het niet. Intussen weet ik er meer over en begrijp ik het beter. Ik heb uit bewondering Bartók in Hongaarse dansen als personage ten tonele gevoerd. Ook heb ik bewondering voor Solti. Zijn weduwe was aanwezig bij de presentatie van Hongaarse dansen.’
Jessica Duchen, Hongaarse dansen, Uitgeverij De Fontein, ISBN 978 90 325 1143 2 (€ 19,95)

Jessica Duchen
Jessica Duchen (spreek uit: Du-sjèn) is in Londen geboren uit Zuid-Afrikaanse ouders. Haar eerste ontmoeting met een schrijver, J.R.R. Tolkien, was op haar zesde. Dat ze dit niet meer weet, berouwt ze nog altijd. Haar eerste verhaal schreef Jessica Duchen toen ze 12 jaar oud was. Ze studeerde aan de Cambridge University, en werkte daarna als journalist voor diverse muziektijdschriften.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven