Interview Tobias Leenaert: ‘Je hoeft geen veganist te zijn om bij te dragen aan de plantaardige revolutie’

Hoe kun je mensen ertoe bewegen om plantaardiger te eten? In How to Create a Vegan World uit 2017 gaf Tobias Leenaert daarop een pragmatisch antwoord: stop met morele zuiverheid en kijk naar wat werkt. Het werd al gauw een onmisbaar handboek voor de veganistische beweging. Nu is er dan eindelijk de Nederlandstalige versie, Naar een vegan wereld, in een update met de laatste cijfers en feiten voor Nederland en België.

Door Mirjam Mulder

Tobias Leenaert

Tobias Leenaert, die zichzelf omschrijft als een ‘slow opinionist’, is medeoprichter van ProVeg België en ProVeg International. Hij is opiniemaker en spreker over het onderwerp van plantaardige voeding. In zijn boek Naar een vegan wereld stippelt hij met behulp van een aantal pragmatische principes de weg uit naar een meer diervriendelijke en duurzame wereld. ‘Ik merkte dat veel mensen in de vegan-beweging heel rigide en zwart-wit denken: “Wij zijn juist, jullie zijn fout,”’ vertelt de auteur. ‘Daar stel ik een pragmatische aanpak tegenover, door te focussen op wat echt resultaat boekt. Daarvoor moet je soms water bij de wijn doen, zodat de boodschap begrijpelijker en realistischer wordt.’

In het boek laat je zien dat een grote groep vleesverminderaars meer systeemverandering teweeg kan brengen dan een kleine groep veganisten. Is dat inzicht een beetje de kern van jouw pragmatisme?

‘Ja, dat is één punt van pragmatisme, het belang van vermindering in tegenstelling tot compleet vermijden. Het tweede punt is het relatieve belang van de reden waarom mensen veranderen. Dus idealisten zeggen: “Je moet veranderen vanwege de dieren.” Terwijl ik zeg: “Elke reden is goed.” Je kunt bijvoorbeeld eerst veranderen voor je gezondheid, en daarna komt vaak toch ook het inzicht dat dieren belangrijk zijn. Een derde aspect van pragmatisme is aandacht voor de bredere omgeving: we moeten ervoor zorgen dat iemand zonder veel motivatie toch kan veranderen, door het uiteindelijk zo makkelijk mogelijk te maken. En het laatste aspect gaat om de definitie van veganisme: hoe strikt moeten we er allemaal in zijn? Daarover zeg ik in het boek: het mag gerust iets soepeler, 95 procent is ook al heel goed. Dan wordt het wellicht aantrekkelijker voor een grotere groep.’

Voor veel idealisten lijken ‘het juiste doen’ en ‘doen wat effectief is’ het tegenovergestelde, maar jij betoogt dat ze ook samen kunnen gaan.

‘Ja precies, al zijn er soms zeker conflicten. Ik geef vaak een voorbeeld waarmee mensen kunnen testen waar ze staan. Stel dat iemand zo zot is om een veganist 10.000 euro te geven als die een steak opeet. Dan is de vraag, doe je dat of niet? Veel vegans zullen zeggen: “Nooit, ik ga mijn principes niet verraden!” Want dat is niet juist in hun hoofd. Maar ik zeg dan: “Ja, maar stel dat je die 10.000 euro aanvaart, je eet die steak op en je geeft het geld aan een goed doel. Daarmee kan die organisatie veel meer dieren redden dan jij gered hebt door die steak niet te eten.” Dat is een voorbeeld van dat conflict tussen het volgen van je principes of van resultaat.’

‘Kapitalisme is in dat opzicht “agnostisch” over wat het aanbiedt’

Het kapitalisme wordt vaak gezien als onderdeel van het probleem, maar in het boek toon je aan dat het juist ook goede veranderingen kan bespoedigen. Zie jij kapitalisme daarom als deel van de oplossing?

‘Een van de aspecten van kapitalisme is dat het creëert wat er gevraagd wordt, en als mensen iets anders gaan vragen, gaan we iets anders creëren. Dus in dat opzicht is kapitalisme “agnostisch” over wat het aanbiedt. Ten tweede ibiedt kapitalisme de mogelijkheid om grote geldbedragen op te halen en dan een heel groot bedrijf te worden met redelijk wat macht, en daarmee goede dingen te doen. Een goed voorbeeld is, dat sinds Unilever de Vegetarische Slager heeft overgenomen, de producten van de Vegetarische Slager in veel meer landen verkocht kunnen worden. Het is een schaalvergroting, en dat heeft ook zijn voordelen.’

Dus die overname zie jij wel als iets goeds?

‘Ja, en dat vinden de oprichters van de Vegetarische Slager zelf ook. Het is eigenlijk een heel mooi verhaal: zij richten dat op, het wordt een leuk bedrijf, ze verkopen het aan Unilever, Unilever geeft er een enorme schaalvergroting aan, en zij krijgen daar, ik zeg maar wat, tientallen miljoenen voor. Met dat geld zijn ze dan weer in staat om zelf een nieuw onafhankelijk bedrijf op te richten, Those Vegan Cowboys, waarmee ze melk willen vervangen. Dus dat is één geheel wat draait om geld, maar in dit geval geld dat ook goed besteed wordt.’

Als mensen willen bijdragen aan een meer plantaardige wereld, voor welke reden dan ook, wat zou jij aanraden?

‘Drie dingen. Ten eerste hoef je geen veganist te zijn of helemaal consequent te zijn om iets te kunnen doen. Ook als je vlees eet, kun je bijdragen aan die revolutie. Maar je kunt wel minder vlees gaan eten, dat helpt ook al. Ten tweede kun je de boodschap helpen uitdragen, bijvoorbeeld bij je bedrijf, je school, je organisatie. Dat is eigenlijk nog belangrijker dan je eigen eetgewoonten veranderen, omdat je daar mogelijk nog meer impact mee hebt. En ten derde: als je misschien weinig tijd maar wel geld hebt, dan kun je doneren aan organisaties om hen te helpen meer werk te doen. Op deze drie niveaus kun je persoonlijk bijdragen.’

Tobias Leenaert, Naar een vegan wereld. Een pragmatische aanpak, vertaling: Erick Vermeulen, Uitgeverij Noordboek, 224 pagina’s (€ 24,90)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2023.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5313

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven