Interview: Olga Mecking

Olga Mecking is een Poolse freelance-journalist en woont al tien jaar met haar gezin in Nederland. Er viel haar iets op: Nederlanders zijn zo relaxed. Ze onderzocht hoe dat komt en in 2019 publiceerde ze daarover het artikel ‘The Case for Doing Nothing’ in The New York Times. Tot haar verbazing ging het verhaal viraal. Mensen van overal op de wereld wilden weten: niksen, hoe doe je dat?

Door Mirjam Mulder

Als je naar de hoeveelheid zelfhulpboeken over wellnesstrends als mindfullness, hygge en ikigai kijkt, is het duidelijk: we zijn allemaal op zoek naar manieren om om te gaan met ons drukke leven. Mecking wil nadrukkelijk niet nog een trend beginnen, maar mensen bewust maken van een simpel alternatief waarvoor je – letterlijk – niets hoeft te doen. Ze deed onderzoek naar de voordelen van nietsdoen door met experts te praten – en door de Nederlanders te bestuderen. Haar bevindingen verzamelde ze in het boek Niksen.
Als buitenstaander merkte de schrijfster dat Nederlanders niet alleen veel gelegenheid hebben om niets te doen, maar daar ook veel woorden voor hebben: niksen, luieren, lanterfanten… Als een meertalig iemand weet ze dat dat geen toeval is. Een taal zegt vaak veel over de mensen die hem spreken. Dat gebruikt ze dan ook in haar voordeel als freelance-journalist. ‘Het feit dat ik veel talen spreek, zorgt ervoor dat ik hele interessante verhalen kan vinden op plekken waar anderen niet zouden kijken,’ vertelt Mecking. ‘Zo heeft The New York Timesbijvoorbeeld correspondenten in Nederland zitten die alleen maar naar de grote verhalen kijken. Daar kan ik niet mee wedijveren, ik ben maar een freelancer. En dus zoek ik naar kleine, hele lokale verhalen die ook interessant kunnen zijn voor een internationaal publiek.’
Hoewel ‘niksen’ dus een heel Nederlands begrip is, geeft de journalist ook aan dat veel andere talen ook positieve termen voor nietsdoen hebben. Zo hebben de Italianen dolce far niente, ‘het zoete nietsdoen’, kennen veel Mediterrane landen de siësta en doen de Chinezen aan wu-wei, letterlijk ‘niet-doen’, wat afkomstig is uit de taoïstische leer. Mecking: ‘Daarmee wilde ik laten zien dat niksen heel normaal is en niet iets om te vermijden. Het maakt deel uit van onze natuur.’

Wellnesstrend
Hoewel Niksen technisch gezien een wellnessboek is, zet het zich ook af tegen dit type boeken. Volgens de auteur kunnen die soms juist een negatief effect hebben op de lezer. ‘Veel van die boeken hebben een “one-size-fits-all”-benadering,’ legt ze uit. ‘Die geven je het idee dat als je hun adviezen opvolgt, je leven perfect wordt. Maar als het niet werkt, dan is dat jouw eigen schuld. Daardoor ga je denken dat er wel iets mis moet zijn met jou, in plaats van met het boek.’
Mecking doet dan ook iets vreemds in Niksen: ze geeft toe dat niksen niet voor iedereen hoeft te werken, en geeft zelfs tips wat je in plaats daarvan zou kunnen proberen. ‘Ik wilde mensen geen schuldgevoel aanpraten als ze niet kunnen stilzitten en nietsdoen, maar juist zeggen: “Dat is oké, er zijn nog veel andere manieren waarop je dezelfde voordelen kunt verkrijgen.” Dat is heel ongewoon voor een zelfhulpboek, en ik ben heel blij dat mijn uitgever hiermee akkoord ging.’
In het boek laat de auteur veel verschillende experts aan het woord over de voordelen van niksen. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk om het begrip te definiëren. ‘Mijn favoriete definitie is die van Carolien Hamming, een coach bij het CSR Centrum voor stressbestrijding: zij zegt dat niksen “iets doen zonder doel is, zoals uit het raam staren, rondhangen of naar muziek luisteren”. Ik denk dat we in deze moderne wereld te veel gefocust zijn op resultaten. Het is belangrijk om af en toe dingen te doen zonder bepaald doel en gewoon te kijken waar het naartoe leidt. Dat maakt je uiteindelijk juist creatiever en dus productiever.’

Statussymbool
Op oude schilderijen zie je vaak of hardwerkende boeren of luierende aristocraten afgebeeld. Waar nietsdoen in het verleden een manier was om te laten zien hoe welvarend je was, kleeft er tegenwoordig juist een negatieve connotatie aan. Vanwaar die ommekeer? ‘Het is interessant om naar zulke veranderingen te kijken,’ zegt Mecking. ‘Vroeger werd witbrood bijvoorbeeld beschouwd als iets heel aristocratisch, alleen de rijksten konden het zich veroorloven. Maar nu zijn welvarende mensen vaak heel erg gezondheidsbewust, en kopen dus eerder een desembrood of volkorenbrood. Dat heeft onder andere te maken met hoe de technologie onze samenleving heeft veranderd. Eerst dachten veel mensen dat we door machines steeds minder werk zouden hebben. Maar het omgekeerde is gebeurd: we moeten steeds meer, omdat er meer mogelijk is.’
Nietsdoen kan ons in deze drukke tijd dus juist goed helpen, en Nederland is daar volgens de journaliste de ideale plek voor. ‘Wanneer ik Nederlanders vertelde over dit boek, zeiden zij vaak tegen mij: “Maar wij niksen helemaal niet zo veel, we hebben het juist heel druk!” En jullie zijn misschien ook wel drukker dan vroeger. Maar ik denk dat als je in een land leeft met een goed sociaal zekerheidsstelsel, waar je niet bang hoeft te zijn om om te komen van de honger, dat dat veel ruimte vrij maakt in je hoofd.’ Ook al besteden wij onze vrije tijd niet altijd aan niksen, zouden wij dat volgens Mecking wel gemakkelijk meer kunnen doen: ‘Het hoeft niet iets groots te zijn, waar je je op moet voorbereiden, zoals bijvoorbeeld met meditatie. Dat vereist soms een speciale ruimte of speciale muziek. Niksen kun je altijd en over al doen. Drie minuutjes hier, drie minuutjes daar, dat is al genoeg.’

Boekgegevens

Olga Mecking, Niksen. De Dutch art of luieren, illustraties, Eva Gans, vertaling: Jörgen van Drunen, Kosmos Uitgevers, 240 pagina’s (€ 20,00)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie mei 2020.

Foto: Lot Philipsen

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven