‘In Haïti koop je op straat een kind. In India bestaan hele slavendorpen. Wereldwijd werken vrouwen gedwongen in de prostitutie. In het Amsterdamse Red Light District sprak ik met Charlie, die de grootste triomf ervoer waar je als slaaf voor kan vechten: ze werkt voor zichzelf. Na een geschiedenis van verhandeling en verkrachting heeft ze trauma’s overwonnen en is ze nu eigen baas.’
Slaaf zijn, slaaf blijven
‘De meeste slaven slagen er niet in zich aan hun gedwongen situatie te ontworstelen. Geïsoleerde dorpen, geheel bevolkt door slaven, vormen een status quo. De slaven zien de slavenhouders als goden en denken zelfs dat deze alle recht hebben om hun geweld aan te doen. Zelfs als ze willen ontsnappen, vrezen ze de machtige vendetta van zijn familie, en zijn Rücksichtslosheid. De slaven krijgen kinderen die niet beter weten dan dat ze slaaf zijn, en blijven. Slavernij is voor hen een mental state, een fact of life.’
Prostitutie
‘Prostitutie is een van de meest voorkomende beroepen waarin vrouwen als slavin werken. Het is moeilijk aan te pakken. Want waar ligt de grens? Een vrouw die als callgirl werkt en jaarlijks meer dan € 50.000,- verdient, is technisch gezien een slavin, maar zo zien wij ze niet. Bovendien kiezen vrouwen, vaak uit noodzaak, voor een beroep achter de ramen. Het gros van de prostitutie is ronduit mensonterend: vrouwen die in een klein kamertje zonder raam worden opgesloten, twaalf keer per dag worden verkracht, niet weg kunnen en aan AIDS sterven, omdat de mannen geen condoom gebruiken.’
Corrupte politie
‘Ook veel overheden zien slavernij als een fact of life. Ze kunnen of willen er niets aan doen. De slavenhouders zijn zich bewust van hun macht: ze kopen mensen om, bedreigen ze of vermoorden ze als ook dat niet helpt. Politie is in veel landen corrupt omdat ze vreselijk weinig verdienen. Dat werkt slavernij in de hand. In Zuid-Afrika zag ik dat politie in bordelen langskwam voor “controle”. De meisjes moesten hen verleiden, de bordelen kregen nooit een boete en werden al helemaal niet gesloten. Pure chantage.’
Een meisje met Down
‘Slavernij komt ook op veel kleinere schaal voor. In de vorm van bedelen, bijvoorbeeld. De Roma, het volk dat overal in Europa eruit is gegooid en in isolement voor dit leven moest kiezen, bedelen in vele landen. Soms verwonden ze zichzelf bewust, om hun leed te verergeren – en meer geld op te halen. In Boekarest zag ik een jongen die zijn zusje op straat verhandelde. Ze was een Romameisje, had duidelijk het Syndroom van Down, was zwaar mishandeld en gehandicapt. Haar broertje verkocht haar voor seks. Ze had geprobeerd om zelfmoord te plegen, dat was te zien aan striemen op haar polsen. De politie kende de situatie, maar wilde niets doen omdat het meisje niet zou durven getuigen. Daarbij vertrouwen mensen in Roemenië de politie niet, nog steeds vanwege de Ceausescudictatuur. Het meisje is volledig aan haar lot overgelaten.’
Alternatieven
‘Het alternatief voor slavernij is vaak geen vrijheid, maar armoede. India kent relatief én absoluut gezien de meeste slaven ter wereld. Als zij samen een revolutie ontketenen, kan hun leven een drastische verbetering ondergaan. In Bangladesh zijn banken op kleine schaal succesvol met microkredieten. Dat zet slavernij buitenspel. Landen moeten veel meer samenwerken. Consumenten moeten producten kopen die zonder slavernij zijn gefabriceerd. We kunnen slavenhandel nooit helemaal uitbannen, maar we kunnen genoeg doen om het in te perken.’
E. Benjamin Skinner, Mensenhandel op klaarlichte dag, Uitgeverij Cossee, ISBN 978 90 593 6280 2 (€ 24,90)