In J. Kessels: The Novel krijgt de hoofdpersoon flarden herinneringen, vaak nogal goor en bepaaldelijk ongecensureerd. En het is op basis van zijn herinneringen aan vroeger dat hij begint aan het eigenlijke verhaal van het boek: een zoektocht naar een onbekende man in Hamburgs beruchte hoerenbuurt, Sankt Pauli. ‘Mensen gaan heel vreemd om met herinneringen. Alsof je geheugen een plakboek is, waarvan je een willekeurige pagina openslaat die je weer middenin het verleden brengt.’
Herinneringen komen in bijna alle boeken voor. Wat maakt de herinnering in dit boek anders?
‘Een bepaalde herinnering zet de gebeurtenissen in The Novel in beweging. Maar wat mij hier interesseert is de vervalsing die optreedt. Men gaat er kennelijk van uit dat het verleden ongeschonden in het heden terugkeert: een wonderbaarlijke verdubbeling van het vroeger in het nu. Ik vind die verdubbeling van heden en verleden een grappig effect, dat ik in mijn roman op allerlei manieren uitwerk. Zo heet het meisje waar de hoofdpersoon vroeger verliefd op was B.B.. Ik maak in mijn beeldspraak veel werk van haar dubbele billen, haar dubbele borsten. Vervolgens stuiten we op haar dochter, die er precies zo uitziet als zij dertig jaar geleden! Ook treedt de verdubbeling op bij haar broer, die dezelfde initialen bezit als zij. Het spiegelt zich als het ware tot in het oneindige.’
Hoe omschrijft u ‘herinnering’?
‘Je laat iets los om het te behouden. De tijd gaat door, je leven gaat verder, en daardoor wordt iets een herinnering.’
Maken mensen, en wellicht ook schrijvers, van herinneringen meer dan het werkelijk is?
‘Mensen institutionaliseren de herinnering. Iets wordt nooit een herinnering als je het door laat duren. Tegenover mijn vorige adres woonde een gezin dat na de dood van hun kindje de kamer niet opruimde, ze hielden het in stand alsof het een museum was. Het voetbalshirtje dat voor het raam hing werd steeds valer en lelijker.’
Schaduwkind beschrijft deels uw herinneringen aan uw overleden dochtertje. Hoe gaat u met die herinneringen om?
‘Die herinneringen komen vaak per ongeluk. Ik ga er niet naar op zoek, praat er niet over. Vroeger zag ik mijzelf als een man uit één stuk. Sinds de dood van mijn dochtertje ben ik als een kapotgevallen vaas. De man uit één stuk werd een man in duizend stukken. Af en toe raap ik een scherf op, als een flard herinnering, en denk ik terug aan haar.’
Blijft die herinnering altijd hetzelfde, of ontwikkelt die zich?
‘Het geheugen is zeer gecompliceerd. Er zijn dingen die je jaren hebt weggestopt, en die door een toevallige gebeurtenis ineens weer naar boven komen. Je kan anders op bepaalde gebeurtenissen terugkijken door nieuwe wijsheden. De afstand wordt groter omdat de tijd doorgaat. Een herinnering is een vorm van fictie; het verleden wordt in ons hoofd voortdurend herschreven. De ontstellende onnozelheid van lezers die een bustour maken naar het Velpse verleden van Jan Siebelink. Staan ze daar om de beurt door een gat in de heg te kijken. Alsof dat verleden daarachter al die jaren gewoon ongeschonden op hen heeft liggen wachten.’
Net als met Vladiwostok! is J. Kessels: The Novel een vlot boek vol vuilbekkerij en seks.
‘Dat klinkt als een platvloerse beoordeling van die boeken. Om te beginnen is goede vuilbekkerij ontzettend moeilijk om te schrijven – en zeker om het honderden pagina’s vol te houden. Céline is hier een voorbeeld van. Het vergt een groot talent en een lenige pen, anders haken de lezers na drie pagina’s al af.’
Beide verhalen gaan over moraal…
‘Ik wil niet moraliseren. Wel wil ik in die boeken de traditionele visie op moraal ondermijnen.’
Hoe ziet die traditionele visie eruit?
‘Moralisme houdt in dat je sterk oordeelt over anderen en jezelf volledig vrij pleit. Het impliceert dat degene die oordeelt ‘goed’ is. Dat is niet interessant. In een goede roman wordt de moraal juist opgeschort, het is een niemandsland, de lezer moet het zelf maar zien uit te zoeken.
Ik toon in mijn laatste twee boeken aan hoe moeilijk het is om te oordelen of iemand ‘goed’ of ‘slecht’ handelt. Het is volstrekt afhankelijk van de situatie waarin iemand zich bevindt.’
Het boek leest bijna als een filmscript.
‘Met J. Kessels: The Novel wilde ik een boek schrijven met dezelfde energie en dynamiek als een film. Ik ben in mijn werk veel meer door films beïnvloed. Goodfellas van Martin Scorsese, bijvoorbeeld. En The Big Lebowski, en de films van Quentin Tarantino. J. Kessels zou je, net als een film, heel goed in een storyboard kunnen vangen. Ik zag tijdens het schrijven de kernsituaties als cartoons voor me.’
Wat is het verschil tussen een film en een boek?
‘Een film is de beschrijving van gebeurtenissen, een boek is de beschrijving van de ervaring van gebeurtenissen. In een boek kan een personage tientallen pagina’s lang nadenken, en dat kan interessant zijn. In een film moeten dingen gebeuren. Bovendien wordt in een film gemakkelijk geschmierd: hoe vetter hoe beter. In de meeste boeken overheerst de subtiliteit van het beschaafde understatement. Ik heb in J. Kessels: The Novel zoveel mogelijk geprobeerd de vettige effecten van een Amerikaanse film te benaderen.’
Wat moet de lezer wat dit betreft meekrijgen van J. Kessels: The Novel?
‘Dat we leven met driften. Mensen willen totale veiligheid, totale controle, maar het leven wordt veel leuker op die momenten dat het misgaat en driften de overhand kunnen nemen. Het is opvallend dat veel mensen denken dat ‘het ware leven’ in de onderklasse wordt geleefd; dat is namelijk de plek waar men het meest toegeeft aan driften. Kennelijk willen we dat in de huidige samenleving, en zijn oppervlakkige contacten daar een voorbeeld van.’
P.F. Thomése, J. Kessels: the novel, Uitgeverij Contact, ISBN 978 90 254 3144 0 (€ 16,95)