Jun-do’s leven staat in dienst van de Geliefde Leider. Eerst als veertienjarige tunnelsoldaat om in het absolute duister te vechten, dan als ontvoerder van Japanners en vervolgens als inlichtingenofficier op een klein vissersbootje, de Junma. Ondanks zijn slechte ‘songbun’ schopt hij het tot held van de natie. Hij gaat zelfs op missie naar Amerika, waarna hij, weer thuis, in een werkkamp belandt. Gestolen leven is een meeslepende en originele roman vol verrassende wendingen en personages.
Adam Johnson bezocht Noord-Korea, bestudeerde land en volk, las verhalen van ‘overlopers’ en verwerkte feit en fantasie tot een origineel en beeldend boek: Gestolen leven.
Jun-do, hoofdpersoon in Gestolen leven, groeit op in Verre Toekomst, een kamp voor weeskinderen. Zijn songbun is niet best, maar hij beklimt de carrièreladder van het leger, ‘kiest’ ten slotte een geheel eigen weg en identiteit, waarbij hij zich opstelt als rivaal van Kim Jong Il, de Geliefde Leider. (Juche 31 – Juche 99, oftewel 1942 – 2011)
‘Ik wilde een portret schetsen van alledaagse mensen in Noord-Korea. De Grote Leider, Kim Jung-Il, probeerde ik uit mijn boek te houden, maar hij was persoonlijk verantwoordelijk voor iedereen, dus dat bleek onmogelijk. We kunnen Noord-Korea niet kennen zonder de man te ontmoeten.’
Lukte het tijdens je bezoek aan Noord-Korea sowieso wel het land en de ‘gewone’ mensen te leren kennen?
‘Het is een Noord-Koreaan niet toegestaan met een buitenlander te praten, dus elke ontmoeting en elk gesprek dat ik had was gearrangeerd. Het gaf me een indruk van paranoia en zelfcensuur, waarin het nastreven van eigen verlangens taboe is. Je wordt gezegd waar te wonen en met wie te leven. Op basis van je familie en voorgeslacht krijg je een beoordeling van je loyaliteit ten aanzien van het regime. Dit bepaalt je sociale en politieke klasse, je songbun. Heeft je grootvader een fout gemaakt, dan heb je een lage beoordeling en wacht je een leven vol honger op het platteland. Met een goede beoordeling kun je zelfs zonder al te grote consequenties een keer naar de radio luisteren en krijg je, wanneer je hierop wordt betrapt, hooguit een flinke tik of een stevige kritieksessie.’
Gestolen leven krijgt op bladzijde 189 een wending die net zo abrupt is en willekeurig lijkt als de wendingen in het bestaan van Jun-do zelf. ‘(…), en vanaf dat moment is er verder niets bekend van de burger genaamd Pak Jun-do.’ Waarom koos je daarvoor?
‘Die wending heeft natuurlijk een reden. Wie een Noord-Koreaans werkkamp binnengaat doet dat om er te sterven en wie het dan toch verlaat komt er nooit meer als dezelfde mens uit. In 2007 en 2008 las ik een stuk of dertig verhalen van voormalige gevangenen die het kamp en het land waren ontvlucht. In Noord-Korea zijn de mensen niet gewend om hun gedachten te delen en vluchtelingen of overlopers hebben al helemaal grote moeite met het vertellen van hun geschiedenis. Ze doen het of heel fragmentarisch, of ontdaan van elke emotie. Om die reden vertel ik mijn verhaal, Gestolen leven, ook in delen, los van de chronologie.’
Gestolen leven geeft een indruk van Noord-Korea dat door de onbekendheid van het land heel beeldvormend is. Hoe reëel is het beeld?
‘We weten niet hoeveel mensen er leven en sterven in Noord-Korea. Het land heeft geen telefoonboek en geen database, het is een grijze vlek en dat maakt het ideaal voor literaire fictie. Harde feiten zijn er natuurlijk ook. Vanuit de tunnels kunnen tienduizend soldaten tegelijkertijd het buurland Zuid-Korea binnenvallen; de ontvoeringen uit Japan zijn werkelijk gebeurd en Noord-Korea gebruikt vissersboten voor smokkel en spionage. Het resultaat is een hybride beeld van feit en fantasie, waarvan ik denk dat de voor ons onwerkelijke realiteit van Noord-Korea de fantasie nog ver zal overtreffen.’
Adam Johnson, Gestolen leven, Uitgeverij Signatuur, ISBN 978 90 567 2397 2 (€ 19,95) Vertaling: Miebeth van Horn. Oorspronkelijke titel: The Orphan Master’s Son.