De Haagse cabaretier en schrijver Wim de Bie is afgelopen maandag op 83-jarige leeftijd overleden. In dit in memoriam-artikel blikken wij terug op zijn boekenoeuvre.
Waarschijnlijk zal Wim de Bie bij de meeste bekendstaan als lid van het komische duo Van Kooten en De Bie. Samen met Kees van Kooten kwam hij jarenlang op televisie. Zijn bekende typetjes als de oud-leraar Duits Otto den Beste of de timide meneer Foppe waren in de jaren zeventig, tachtig en negentig niet van de buis te denken en zullen voor veel mensen altijd toonaangevend zijn voor deze periode in de Nederlandse televisiegeschiedenis.
Waar misschien minder mensen bekend mee zijn is zijn oeuvre aan boeken, want De Bie was niet alleen gelauwerd cabaretier, maar ook schrijver. Zijn eerste verhalenbundel kwam uit in 1987, getiteld Meneer Foppe en het gedoe, gebaseerd op een van zijn typetjes. Meneer Foppe was een uitvergrote versie van hemzelf, al dan een wat angstigere, timidere versie. In de hierop volgende jaren zouden er nog veel meer verhalenbundels en romans van De Bie verschijnen bij zijn uitgeverij De Harmonie, waarvan de eerste roman in 1990, genaamd Morgen zal ik mijn mannetje staan. Ook schreef en maakte hij samen met de onmisbare andere helft van het duo Van Kooten en De Bie boeken, scheurkalenders, kookboeken en noem maar op. En dit niet zonder succes. Zo ontving hij in 1990 de Henriëtte Roland Holst-prijs – een literaire prijs voor werk dat ‘uitmunt door sociale bewogenheid en literair niveau’ – voor zijn verhalenbundel Schoftentuig.
Zijn laatst verschenen boek rond zijn oeuvre mooi af op dezelfde wijze als waarmee het begon: een verhalenbundel genaamd Meneer Foppe en de hele reutemeteut met wederom meneer Foppe in de hoofdrol. Over zijn eigen schrijverschap, ook in relatie tot zijn weblog genaamd Bieslog, vertelde hij in een interview in 2005 voor Onze Taal: ‘Ik blijf slijpen en schaven aan teksten, tot het er goed staat.’ Op de vraag van interviewers Raymond Noë en Marc van Oostendorp over zijn kijk op taal zei hij dat hij ‘altijd meer bezig is geweest dingen te maken dan met daarover theoretiseren. Ik zit midden in de veranderingen en doe er met veel plezier aan mee’. En dat plezier was merkbaar in alle projecten die hij onder handen nam, of het nou als cabaretier, televisie- of radiomaker, schrijver of webblogger was.
