Dat heeft Scholten zelfs contractueel vastgelegd.
In Kameraad Baron belicht Scholten het begin van het communistische tijdperk in Roemenië. De Transsylvaanse aristocratie wordt opgepakt, grootgrondbezitters worden onteigend, ze worden allebei gedeporteerd. De arbeiders grijpen de macht, en vooral de Securitate, de Roemeense veiligheidsdienst. Later, onder dictator Ceaucesu, bleek de aristocratie niet kapot te krijgen, ondanks verwoede pogingen van de staatspartij. De aristocratie groeide uit tot een symbool van onverzettelijkheid.
Jaap Scholten, zelf woonachtig in Hongarije, verrichte grondige research voor zijn roman Kameraad Baron en interviewde veel Hongaren en Roemenen. Hongarije, zegt Scholten, ‘is een verwond land. De littekens van het communisme zijn nog lang niet geheeld. Pas over een jaar of tien kan Kameraad Baron in Hongarije en Roemenië verschijnen zonder nadelige gevolgen of risico op represailles voor de geïnterviewden.’
Bron: Uitgeverij Contact.