Gedichten van angst en hoop

In een uithoek van een gezellig studentenhuis kom ik binnen in een oase van rust. De muur hangt vol met prints van gedichten, waardoor je de poëzie bijna kunt opsnuiven. Hier interview ik Lieke Marsman (1990), die onlangs haar tweede bundel uitbracht: De eerste letter. Ondanks alle aandacht blijft de dichteres een nuchter mens. De bundel is een afrekening met haar angststoornis, maar ook een ode aan de liefde en het leven.

Angst is belangrijk in je bundel. Heb je dit thema met een bepaald doel gekozen? En speelt het op dit moment een belangrijke rol in je leven?
‘Nu niet meer, maar toen ik ongeveer drie jaar geleden begon met de bundel wel. Ik had last van een angststoornis en daardoor werd ik er continu mee geconfronteerd. Ik merkte dat schrijven over mijn gevoelens hielp. Daardoor ontstond het idee om een bundel over het thema te maken. Aanvankelijk wilde ik dat de gedichten alleen over angst zouden gaan, maar later wilde ik ook over andere dingen schrijven, waardoor het uiteindelijk over meer gaat.’

Hoe heb je een selectie van gedichten gemaakt?
‘Ik heb de gedichten aan de muur gehangen, zoals je kunt zien. Op deze manier kon ik goed een overzicht krijgen van hoe de bundel eruit zou zien. Uiteindelijk heb ik mijn keuze gebaseerd op de kwaliteit van de gedichten. De gedichten die ik goed genoeg vond zijn in de bundel gekomen. Op deze manier zijn er een aantal gedichten met het angstthema gesneuveld, omdat ik die niet sterk genoeg vond.’

Hoe uit je zoiets als een angstgevoel in een gedicht?
‘Dat vind ik moeilijk om te zeggen, ik kan het niet in woorden vatten op het moment zelf, alleen achteraf. Als ik terugkijk op een bepaalde periode en wat afstand van de gevoelens heb genomen, kan ik erover schrijven. Daarom neem ik na drukke perioden een paar dagen rust om mijn gedachten te ordenen.’

Kom je in een rustige periode tot inzichten over gevoelens of gebeurtenissen?
‘Misschien kun je het wel inzichten noemen ja. Een belangrijke reden dat ik de bundel wilde schrijven is dat ik wilde nadenken over gebeurtenissen in mijn leven en deze in woorden wilde vatten. Door over mijn angst te schrijven, merkte ik dat er hoop was. Angst en hoop zijn wat mij betreft bijzonder abstracte emoties, zeker als het zich niet op één bepaald ding richt, maar op alles. Ik denk dat dit het soort angst is die bij een angststoornis hoort, een soort existentiële angst. Toen ik merkte dat je ook existentiële hoop kunt hebben, vond ik dat een heel geruststellend gevoel.’

[quote]‘Ik ben nog elke keer verbaasd en overdonderd dat mensen mijn gedichten lezen’[/quote]

Heb je het idee dat je angstperiode hiermee ook afgesloten is?
‘Dat is wel één van de redenen dat ik de bundel heb geschreven en uitgegeven, maar ik denk niet dat het ooit helemaal afgerond zal zijn. Dat is waarschijnlijk ijdele hoop. Ik merk dat ik nog steeds elke dag met angst bezig ben, zeker nu mensen ernaar gaan vragen. Het doet me nog wel iets. Maar het gaat veel beter nu, het is niet meer een probleem.’

Heb je dan ook het idee dat gedichten die je in de toekomst gaat schrijven heel anders van aard zullen zijn?
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Ik merk wel dat ik nu, na het schrijven van een heel persoonlijke bundel, mezelf even een beetje zat ben. De komende periode wil ik dingen schrijven die niet rechtstreeks over mijzelf gaan, maar over de wereld om me heen. De afgelopen maanden had ik momenten dat ik dacht: het is wel heel persoonlijk! Aan de andere kant is het natuurlijk ook onpersoonlijk, want je maakt het persoonlijke onpersoonlijk in een gedicht. Het is niet zo dat ik echt het idee heb dat jullie in mijn hoofd kunnen kijken.’

In een gedicht schrijf je: ‘De mooiste mens is de mens / die niet nadenkt; die zichzelf genoeg vertrouwt om geen / woorden nodig te hebben in het hoofd bij het zetten van een kopje / thee. Die alles opnieuw leert.’ Over dat fragment: is dat type mens een voorbeeld voor je?
‘Nee, dat is niet zozeer iemand die ik als ideaal zie. Het is meer geschreven vanuit het perspectief van een angststoornis. Toen ik daarin zat was ik de hele tijd alert, ik kon niets op de automatische piloot doen, zoals een kopje thee zetten. Ik schreef dit gedicht toen ik merkte dat ik dat wel weer kon. Dat was een fijne gewaarwording. Dat je niet de hele dag bewust hoeft te zijn van wat je aan het doen bent, dat je gewoon kunt zijn.’

Voordat je met je eerste bundel bezig was, was je heel jong. Had je toen gedacht dat je leven er zo uit zou zien na twee bundels, of is er weinig veranderd sinds die tijd?
‘Dat laatste is wel een beetje waar. Er is vrij weinig veranderd, behalve dat mensen het nu lezen. De weken rondom het uitkomen van de bundel zijn wel heel heftig. Hoe dat is had ik nooit kunnen bedenken. Ik had toen ik een jaar of veertien was wel de droom om ooit een bundel uit te geven. Ik had toen alleen nooit verwacht dat dat zo snel zou gebeuren. Ik ben nog elke keer verbaasd en overdonderd dat mensen mijn gedichten lezen.’

Ben je tevreden over de gedichten zoals ze nu in de bundel staan? Of denk je: eigenlijk is het nooit af of goed genoeg?
‘Ik kan het wel loslaten nu de bundel er echt is. De periode nadat ik het had ingeleverd was het moeilijkst. Op dat moment kunnen er geen grote dingen meer aan veranderd worden. Toen dacht ik: ik wil alles nog drie keer omgooien en nog gedichten eruit halen en erbij doen. Ik was niet tevreden, ik dacht: wat heb ik in godsnaam voor een gedrocht geschreven? Maar dat is ook omdat ik toen opeens de druk ging voelen omdat mijn eerste bundel goed ontvangen was. Ik stelde enorm hoge eisen aan mezelf, omdat ik wist dat mensen kritisch zouden zijn.’

De eerste letter

Boekgegevens

Lieke Marsman, De eerste letter, Uitgeverij Van Oorschot, ISBN 978 90 282 6058 0 (€ 14,50)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2014.

Foto: Tessa Posthuma de Boer

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven