Gedeelde genen

Gentherapie en zussenliefde lijken twee compleet losstaande onderwerpen, maar in Rosamund Luptons Zusje zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. We interviewden Lupton over de gedeelde genen die zo’n belangrijke rol in haar thriller spelen.

Zusje vertelt het verhaal van Beatrice, die jaren geleden in Amerika is gaan wonen. Wanneer haar  jongere, zwangere zus Tess spoorloos verdwijnt, vliegt ze halsoverkop terug naar Londen om uit te zoeken wat er precies met haar is gebeurd. Wanneer Tess dood gevonden wordt, is de politie ervan overtuigd dat er sprake is van zelfmoord. Beatrice weigert dit te geloven en zet alles op alles om te ontdekken wie haar zusje heeft vermoord.

In de meeste thrillers is het aan de politie om het mysterie op te lossen. Waarom koos je ervoor om de zus van het slachtoffer al het werk te laten doen?
‘Ik heb van Beatrice de ‘detective’ gemaakt, omdat ik wilde schrijven over de hechte band tussen twee zussen. Beatrice’s wanhopige zoektocht laat zien hoe beschermend ze zich gedraagt ten opzichte van Tess, en hoe sterk haar liefde voor haar is.’

Tijdens die zoektocht begint Beatrice steeds meer op Tess te lijken. Die transformatie begint bij een politiereconstructie, waarbij Beatrice de rol van haar verdwenen zus speelt.
‘Dat was de eerste scène die ik in mijn hoofd had. Ik vond het interessant dat deze twee zussen totaal niet op elkaar lijken, maar dat Beatrice aan het einde van het boek net als Tess wordt. En dat ze zo haar levenslange zorgen en angsten eindelijk kwijtraakt.’

Verliest ze daarbij niet iets van zichzelf?
‘Ik denk dat het voor haar wel voelt alsof ze veel van zichzelf verliest. Haar angsten hebben haar  ontwikkeling echter altijd tegengehouden. Ze heeft zich altijd een beetje bang en nerveus gevoeld. Hierdoor heeft ze nooit gekozen voor de man van wie ze houdt, de baan die ze graag wilde of de opleiding die ze wilde doen. De dood van Tess laat haar beseffen dat je alleen het nu hebt en dat je moet doen wat je echt wilt doen, zonder compromissen te sluiten. In principe verliest ze dus niets: volgens mij heeft ze juist de mogelijkheid gekregen om meer zichzelf te worden.’

De kunstzinnige Tess was geliefd bij velen, maar toch weet Beatrice een behoorlijke lijst van verdachten samen te stellen. De vader van Tess’ ongeboren kind, een geobsedeerde medestudent en een psychiater zouden het allemaal gedaan kunnen hebben. En dan is er nog het mysterieuze gen-onderzoek waar Tess tijdens haar zwangerschap aan meewerkte om te voorkomen dat haar kindje zou sterven aan taaislijmziekte.

[quote]‘Soms gaat het van nature mis met onze genen, en ontstaat er een afschuwelijke ziekte.’[/quote]

Familiebanden zijn zeer belangrijk in Zusje. Een ander groot thema is gentherapie en de controversie daaromheen.
‘Ik vond het interessant om in een boek over zussen juist de genetica te verkennen. Bovendien wilde ik naast alle familiebanden ook schrijven over iets wat ik persoonlijk een intellectueel uitdagend onderwerp vond. Ik wilde wel dat de verhaallijn over gentherapie een integraal  onderdeel van het boek zou zijn. Het broertje van Tess en Beatrice, dat als jongetje aan taaislijmziekte stierf, is de grote afwezige. Hun familie heeft taaislijmziekte meegemaakt, en de verschrikkingen eromheen. Dus wanneer bij Tess’ baby taaislijmziekte wordt vastgesteld, en het hele plot rondom genetica zich ontvouwt, voelt dat hopelijk aan als een belangrijk deel van het verhaal.’

Waarom heb je ervoor gekozen om juist taaislijmziekte zo uitgebreid te behandelen?
‘Taaislijmziekte is één van de meest voorkomende fatale erfziektes: in Groot-Brittannië zijn er al ongeveer 30.000 dragers van het ziektegen. De zoon van onze premier heeft taaislijmziekte. In 1989hebben ze al wel het gen gevonden dat de ziekte veroorzaakt, en op dit moment worden er genproeven gehouden waarmee de aandoening misschien te genezen valt.
Ik wilde de positieve kracht van gentherapie laten zien. Helaas is er de andere kant: genetische  verbetering. Iemand die kerngezond is sterker, sneller of mooier maken. En dat is verontrustend.’

[quote]‘Ik wil de positieve kracht van gentherapie laten zien. Helaas is er de andere kant: genetische verbetering.’[/quote]

Ben je voor deze roman dieper gaan graven in de morele discussie over genetica?
‘Jazeker. Er zijn mensen die vinden dat genonderzoek mag ingezet worden voor zowel genezing als genetische verbetering, terwijl tegenstanders vinden dat je er altijd god mee speelt. In het boek komen activisten voor, die betogen dat je via gentherapie een genetische superklasse creëert. Dat rijke mensen ‘designbaby’s’ kunnen aanschaffen. Eén van de activisten in het boek zegt: “Er komen gen-rijke en gen-arme mensen”, en Beatrice antwoordt: “Jij hebt geluk dat je gen-rijk bent, zo ben je gemaakt.” Soms gaat het van nature verschrikkelijk mis met de genen van een mens, en ontstaat er een afschuwelijke ziekte. In zo’n situatie juich ik de ontwikkeling van gentherapie toe.’

Voor Zusje heeft Lupton ongetwijfeld inspiratie gehaald uit de band met haar eigen jongere zus. Naast haar eigen gedeelde genen komt ook haar opleiding literatuurwetenschap aan Cambridge terug in het boek.

Hoe kom je erbij om in een boek over angst en gentherapie naar Shakespeare, Kafka en Dylan Thomas te verwijzen?
‘Ik heb veel literatuur bestudeerd en ik lees altijd, dus het verwijzen naar literatuur voelt natuurlijk aan. Als ik het heb over iemand die gek wordt, denk ik aan King Lear. Bij rouw denk ik aan Dylan Thomas. Omdat Beatrice ook literatuurwetenschap heeft gestudeerd, voelde het logisch dat zij ook op deze manier dacht. Beatrice gebruikt literaire verwijzingen wanneer ze probeert te begrijpen wat er met haar gebeurt. Ze past de literatuur die ze kent voor het eerst toe in haar eigen leven.’

Haar interesse in literatuur bewijst dat ze, in tegenstelling tot wat ze zelf denkt, weldegelijk creatief is.
‘Zeker – ze houdt enorm van structuur, maar haar creatieve kant is ook echt aanwezig.’

Helaas moet er eerst iets verschrikkelijks met Tess gebeuren voordat ze dat over zichzelf ontdekt..
‘In het verhaal zegt ze dat ze rouwt, maar niet kapot is door de dood van Tess: ze vecht zichzelf erdoorheen. Het zou voor de hand liggen een verhaal te schrijven waarin een zus het appartement en de baan van haar zusje overneemt en vervolgens allerlei vreemde dingen over haar leven ontdekt. Beatrice kent Tess al heel goed, en ontdekt niet echt veel nieuws over haar. Wel ontdekt ze meer over zichzelf. Over de manier waarop ze haar baan en relatie ervaart, haar vooroordelen en haar  verwaandheid. Ze beseft vaak niet dat mensen echt wel iets waard zijn.’

Was Beatrice volgens jou een slecht mens voor de dood van Tess?
‘Volgens mij was ze een erg gelimiteerd persoon. Ik had haar waarschijnlijk niet aardig gevonden en ik zou geen vrienden met haar geweest zijn. Maar de potentie was er zeker. Het mooie van Tess was dat ze Beatrice goed genoeg kende om te weten dat ze beter was dan ze liet zien.’

Het boek is eigenlijk lange brief van Beatrice, gericht aan Tess. Wat denk je dat dit met de lezer doet, hoe die tegen de zusterband aankijkt?
‘Ik hoop dat ze constant de intimiteit tussen de zussen zien, want Beatrice schrijft naar Tess. Dus ervaar je hoe hun relatie was. Daarnaast heb ik altijd gewerkt als scriptschrijver, dus was ik gewend om dialoog te schrijven. Eigenlijk is dit één helft van een dialoog! Mijn zusje en ik zaten een tijdje allebei op een andere kostschool. In die tijd schreven we vaak naar elkaar. Dingen als de puzzelbrief, de onzichtbare inkt en het citroensap die in het boek voorkomen, gebruikten wij toen ook echt.’

Voorkant zusje

Boekgegevens

Rosamund Lupton, Zusje, Uitgeverij De Boekerij, ISBN 978 90 225 6533 9 (€ 10,00)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2013.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven