Experiment geslaagd

De raadselachtige verhalen uit Halleluja, een titel die volgens schrijfster Annelies Verbeke op vele verschillende manieren kan worden uitgesproken, doen je verrassen, zetten je aan het denken en laten je soms in verwarring achter. Maar bovenal zijn het stuk voor stuk verhalen die je bijblijven.

Annelies Verbeke, de schrijfster van Halleluja, is jarig op de dag van het interview. Ik kan haar verjaardag feestelijk inluiden met de mededeling dat ik het een prachtig boek vind, maar ik moet haar ook bekennen dat ik er niet vrolijk van werd. Een beetje somber zelfs. ‘Ja, ik vind het zelf ook in zekere zin een somber boek,’ vertelt Verbeke. ‘Toen ik alle verhalen achter elkaar las, begreep ik dat er ook meer einde dan begin in zit. Het centrale verhaal, “De beer”, gaat over een soort somberheid die ook in mij zat, denk ik, en die somberheid hangt ook over de andere verhalen.’ Maar Verbeke is ervan overtuigd dat de bundel niet alleen maar treurigheid bevat. ‘Ik denk dat mijn stijl toch altijd ook humor en lichtheid behelst. Lichtheid en somberte hoeven elkaar niet uit te sluiten. Integendeel, ik denk dat verhalen beter overkomen als je in een lichte stijl over sombere dingen schrijft,’ zegt ze.

Dat ze lezers weet te raken met de boeken die ze schrijft, heeft de Vlaamse auteur al bewezen met Dertig dagen (2015). Met deze roman over een gewone klusjesman die door zijn klanten als een goeroe wordt gezien, sleepte ze verschillende literaire prijzen in de wacht. Met Halleluja is ze weer terug bij de verhalenbundel. ‘Ik schrijf ontzettend graag korte verhalen,’ vertelt Verbeke. ‘Ik schep er vaak meer plezier in dan in het schrijven van romans.’ In de verhalenbundel Halleluja komen vijftien verhalen van zeer uiteenlopende personages op een wel heel bijzondere wijze samen. Allemaal gaan ze over hoe elk begin ook onherroepelijke een einde in zich draagt, dat meestal ook weer een nieuw begin inluidt.

Spiegeling
Het verhaal ‘De beer’, waarin een auteur ’s ochtend wakker wordt in de gedaante van een beer en tijdens een wandeling wordt lastiggevallen door zijn eigen verhaalfiguren, is zoals gezegd het centrale verhaal. ‘Mijn eerste idee was een verhalenbundel te schrijven met allemaal verhalen over deze auteur, maar toen kreeg ik in de gaten dat dat een beetje te veel van hetzelfde zou worden,’ vertelt Verbeke. ‘Ik begon in te zien dat alles wat ik geschreven had ging over beginnen en eindigen. Toen ben ik bewust rond dat thema gaan schrijven en heb ik nagedacht over een spiegeling van de verhalen. Zo is ‘De beer’ het middelste verhaal van de bundel en staan daaromheen steeds elkaar spiegelende verhalen even ver van het midden af.’

Het verhaal ‘Voorbeelden van verdriet’ spiegelt bijvoorbeeld ‘Wilde dieren’. In de eerstgenoemde vertelling kondigt iemand het einde van de beschaving aan, en in de tweede is er een koppel dat terug wil naar het begin van de beschaving. Een ander voorbeeld vormen het allereerste en -laatste verhaal uit de bundel; het eerste is geschreven vanuit het perspectief van een alwetende baby, die probeert in het nu te leven maar steeds wordt geconfronteerd met wat hij weet over de toekomst. De vrouw uit het allerlaatste verhaal leeft juist in de herinnering en is het oudste personage, terwijl de baby het jongste is.

Het korte verhaal
‘Het korte verhaal leent zich zowel vormelijk als inhoudelijk heel goed tot experiment,’ vertelt Verbeke. ‘Je kunt die dingen uitwerken die wellicht niet geschikt zijn voor een compleet boek, zoals die baby. Een hele roman daarmee vullen is denk ik niet zo interessant.’ Een roman brengt volgens de auteur ook veel meer angst en twijfel teweeg. ‘Je moet altijd heel goed voor ogen houden dat je met een roman anderhalf jaar of twee jaar bezig bent, dus de keuzes die je daarin maakt lijken veel gewichtiger. Een kort verhaal duurt minder lang om te schrijven, dus stel dat het mislukt, dan is het ook geen ramp. Ik voel mij heel goed op de korte baan. Het geeft me een gevoel van vrijheid om zo veel verschillende dingen te kunnen zeggen over één thema.’

Het korte verhaal vraagt volgens Verbeke tegelijkertijd wel meer van een lezer dan een roman. ‘Het zijn een soort uitgeknipte stukjes werkelijkheid, waar iemand gewoon in moet meestappen. Er is weinig biografische informatie over de personages. Je moet proberen onmiddellijk te volgen alsof je in iemands leven stapt zonder enige voorkennis.’ Bij het schrijven van de verhalen had Verbeke niet een bepaald soort lezer in haar hoofd. ‘Als ik schrijf, deel ik mijzelf in tweeën: in iemand die schrijft en iemand die meeleest,’ legt ze uit. ‘Die meelezer is niet echt een aangename persoon, die is streng, en ja, die kijkt toe. Maar uiteindelijk schrijf ik wel altijd wat ik zelf wil lezen.’ En dat die innerlijke meelezer van kwaliteit getuigt, blijkt wel uit de vele positieve recensies over Halleluja. ‘Ik vond bijvoorbeeld die van Kees ’t Hart in de Groene Amsterdammer echt bijna ontroerend,’ vertelt Verbeke. ‘Destijds heeft hij over mijn debuut Slaap! geen positieve recensie geschreven, maar blijkbaar toch, heb ik hem na al die jaren meegekregen. Dat is leuk.’

Beeld: Alex Salinas

Boekgegevens

Annelies Verbeke, Halleluja, Uitgeverij De Geus, 224 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2017

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven