‘Een roman is een kathedraal, poëzie een hutje op de hei’

‘Tien jaar liet Abdelkader Benali op zich wachten met een opvolger van Panacee.  Met deze niet aan dramatiek ontbrekende zin werd Abdelkader Benali’s nieuwe poëziebundel aangekondigd: Wax Hollandais. Velen kennen de schrijver vooral van zijn romans. Tijd dus om de dichter Benali te ontdekken en te vragen wat de betekenis was van deze poëtische radiostilte.

‘Wat denk je dat het beste werkt op een podium?’ vraagt Abdelkader Benali als het gesprek komt op de Nacht van de Poëzie, waar de schrijver in september optreedt. Als je na lange tijd weer gedichten publiceert is de poëzievoordracht een nieuw terrein om te verkennen. ‘Toen de bundel net uit was en bij de post lag, was er veel euforie,’ vertelt Benali. ‘Maar toen ik er afgelopen week uit moest voordragen bij Radio Kunststof dacht ik: Oh ja, ik moet nu wel opnieuw leren voorlezen.’

Een terras in Amsterdam-Oost. Adbdelkader Benali is net terug van vakantie. Meteen valt op dat de auteur praat als een dichter; hij gebruikt veel metaforen om zijn beweringen kracht bij te zetten, en schakelt snel tussen associaties en onderwerpen. Des te verrassender is het dat een vervolg op Panacee zo lang op zich liet wachten. Dat kwam niet doordat Benali de afgelopen jaren geen poëzie meer schreef, want de gedichten in Wax Hollandais zijn de weerslag van vier à vijf jaar schrijven en schaven, vertelt hij. Het leverde een verzameling op die verschilt van de vorige: ‘Panacee was een bundel van een cynische jongeman, maar in Wax Hollandais zit veel meer tederheid en zachtheid. Deze gedichten zoeken meer de relatie op met mensen. Het is eigenlijk een positievere dichtbundel dan de vorige.’

De concrete aanleiding voor het schrijven van een nieuwe bundel was het lange gedicht ‘Broodje libretto voor de stad Rotterdam’. Benali: ‘Dat ene gedicht rechtvaardigde de hele bundel, omdat ik het in de voorgaande tien jaren nooit zou hebben geschreven. Er zit een nieuwgevonden vrijheid van expressie in, een vrijheid in het vertellen. Het gaat over de tijdsgeest, maar ook over opgroeien in Rotterdam. Ik dacht: deze beelden zijn mijn beelden, gehouwen uit die stad. Dat moest een plek vinden in de bundel, want veel van die gedichten gaan over buiten de gebaande paden treden, zowel sportief, intellectueel als fysiek. Er wordt ook heel veel in gereisd.’

Het resultaat leverde een opvallende titel op: Wax Hollandais. Benali vertelt dat dit de naam is voor de producten van het Helmonds bedrijf Vlisco, dat al meer dan een eeuw kleurrijke stoffen maakt door middel van de Indonesische batiktechniek. Deze stoffen verkoopt Vlisco dan weer in West-Afrika, waar vrouwen er jurken van maken. Het is dus een stof zonder vaststaande nationaliteit, die desondanks onderdeel uitmaakt van verschillende culturen.

‘Ik ben natuurlijk zelf ook een soort wax hollandais’, zegt de auteur met een glimlach, doelend op zijn eigen geschiedenis en migratie vanuit Marokko naar Rotterdam. Hij legt uit: ‘Die batikstof komt ergens vandaan, wordt op een ander plek bewerkt en dan weer ergens anders gedragen. De stof heeft zelf een identiteit, maar er is ook steeds weer een nieuwe identiteit ingelegd. Dat is eigenlijk ook mijn biografie, en hoe ik met de Nederlandse taal omga.’ Dat zijn poëzie daarmee zo’n centraal thema kreeg verbaasde de schrijver: ‘Normaal werk ik niet met rode draden als ik schrijf, maar juist heel intuïtief en in het moment.’

Tussen proza en poëzie schrijven zit volgens hem sowieso een verschil van dag en nacht: ‘Een roman schrijven is werken aan een kathedraal, en poëzie is een hutje op de hei. Die timmer je met een vloek en een zucht in elkaar.’ Makkelijk is dat overigens niet. ‘Zo’n hutje moet bestendig zijn tegen wind, beschut liggen en snel af zijn. En een roman, daar kun je jaren aan werken. Op een gegeven ogenblik is het fundament af, maar dan loopt de kelder onderwater, of je maakt een extra venster en dan komt de aannemer kijken.’

Dat het gesprek, net als het schrijfproces, zich vaak niet laat hinderen door een rode draad, blijkt wel als het ineens weer over iets heel anders gaat, namelijk de biografische elementen in de bundel. In Wax Hollandais staan gedichten over reizen die de auteur maakte naar steden in Marokko, zijn jeugd in Rotterdam, maar ook zijn leven als schrijver. ‘Toch fictionaliseer ik er ook lustig op los. In de gedichten die ik maakte, merkte ik dat ik gebeurtenissen uit verschillende steden in één gedicht voegde. De poëzie zorgt er dan voor dat die ervaringen samenkomen. Het gedicht creëert zo zijn eigen unieke perspectief.’

Het fictionaliseren van autobiografische feiten is een thema dat de schrijver fascineert. ‘Het roept bij mij vragen op over de werking van het geheugen en het geheugen als een dictator. Zoals Cees Nooteboom ook zegt in Rituelen: ‘’Het geheugen is een hond die gaat liggen waar hij wil.’’’
Deze fascinatie is veelbetekenend, want het lijkt ook iets over Benali’s noodzaak tot schrijven zeggen: ‘In die gedichten gebeuren dingen waarvan ik helemaal niet verwacht had dat ze zouden gebeuren. Schrijven is dus ook een manier om te ontkomen aan de tirannie van het geheugen.’

Foto Abdelkader Benali: Barbara Kerkhof

Boekgegevens

Abdelkader Benali, Wax Hollandais, Uitgeverij De Arbeiderspers, 104 pagina’s (€ 17,99) 

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkranteditie september 2017.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven