‘Verhalen over gelukkige mensen zijn saai’

Erik Kriek is een van de meest gevraagde Nederlandse illustratoren van het moment. Zijn werk verschijnt in onder andere de Volkskrant, Vrij Nederland, NRC Handelsblad en de VPRO Gids.

Kriek maakt ook stripboeken, zoals Het onzienbare en andere verhalen (2012), een verrassende bundel met bewerkingen van verhalen van horrorschrijver H.P. Lovecraft. Minstens zo verrassend is zijn nieuwe boek In the pines, waarin vijf verhalen staan die zijn gebaseerd op ‘murder ballads’. Deze ballades over al dan niet waargebeurde misdaden worden al eeuwen gemaakt en gezongen. Kriek gebruikte ze als inspiratie voor een aantal grimmige verhalen over liefde, jaloezie, verraad en de dood. Aan het boek is een CD toegevoegd met de songs waarop de vijf verhalen zijn gebaseerd. De Boekenkrant sprak met hem over deze bijzondere uitgave.

Wat trekt je persoonlijk aan in dit muziekgenre?
‘Bedoel je met ‘genre’ folk en country? De murder ballad is namelijk genreoverstijgend. Je komt ze ook bij pop en rock tegen. De voornaamste aantrekkingskracht van de murder ballad en van folksongs of country is voor mij dat er narratief in zit: een klein, gecomprimeerd verhaal. Voor mij als stripauteur is dat een goudmijn. Wat de muziek betreft: tekenen, en dan met name striptekenen, is een zeer solitaire bezigheid. Muziek is een constante vriend bij het werk. Ik hou van heel veel genres, maar als ik fiddle of banjo hoor dan veer ik wel overeind! Er is iets met die ‘high lonesome sound’. Die raakt me in de ziel.’

Maar waarom heb je juist een voorliefde voor murder ballads? Er worden toch ook veel songs geschreven over liefde en seks?
‘Hoezo? In murder ballads komt toch ook liefde en seks voor? Ik heb persoonlijk niks met moord en doodslag, maar als auteur zoek ik een dramatisch onderwerp. Verhalen over gelukkige mensen zijn saai! Ik maak boeken die me de moeite waard lijken en die ik zelf zou willen kopen, maar die er nog niet zijn. Maar ik vind het ook belangrijk dat mijn uitgever erachter staat en over dit project was hij meteen heel enthousiast.’

Heb je geprobeerd om oude en nieuwe songs af te wisselen?
‘De meeste songs zijn niet zo oud. Er zit maar één echte traditional in het boek: Pretty Polly. Taneytown is een nummer van Steve Earle en Caleb Meyer is een nummer van Gillian Welch, beide uit de jaren negentig, net als Where the wild roses grow van Nick Cave. The Long Black Veil is wat ouder, ik geloof uit 1954.’

De pagina’s van In the pines zijn schitterend uitgevoerd in zwart-wit met elk een eigen steunkleur. Het valt ook op dat je geen kaderlijnen gebruikt hebt. Hoe heb je ze gemaakt?
‘Ik heb de verhalen eerst getekend met inkt op papier en ze daarna gescand en nabewerkt op de computer. Ik heb ervoor gekozen om geen contourlijnen te gebruiken. Het wit wordt daardoor eigenlijk een aparte kleur en versterkt heel erg de plastiek. Een kadertje eromheen ziet er lelijk uit, maakt het plat. Op deze manier krijgt het verhaal meer “lucht”.’

Is er belangstelling voor In the pines in het buitenland?
‘Zeker. Er waren zelfs al een Italiaanse en een Franse editie voordat de Nederlandse uitkwam. In maart komt er een Duitse versie en we zijn in gesprek over een Amerikaanse editie.’

Beeld: Gert Jan Pos

in the pines cover

Boekgegevens

Erik Kriek. In the pines. 5 murder ballads, Uitgeverij Scratch, ISBN 978 94 921 1739 7 (€ 29,90)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2016

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven