Een bubbel van poëzie

De jaarlijkse Nacht van de Poëzie is een evenement van tradities en ongeschreven regels. Even verandert de grote zaal van Vredenburg in een literaire wereld met zijn eigen wetboek. Een erg aangename bubbel, die lijkt op een soort verjaardagsfeest van de poëzie. Een nacht vol terloopse ontmoetingen met dichters, sappige anekdotes, voordrachten en tosti’s.

Van een poëzieavond heb ik vastomlijnde verwachtingen. De gemiddelde leeftijd is hoog, er wordt meer rode wijn dan bier geconsumeerd en er is een jazztrio aanwezig. Ook bij de Nacht van de Poëzie is dit het geval. Toch merk ik bij binnenkomst in TivoliVredenburg al dat de Nacht niet vergelijkbaar is met enig ander literair evenement.

Er zijn rijen bij de garderobe en er heerst een uitgelaten stemming. De literaire wereld is maar klein – en dat is aan de Nacht van de Poëzie af te zien. In de rij voor de gastenlijst ben ik getuige van vele spontane ontmoetingen en hoor ik soms: ‘Hé! Jij ook hier?’. Zelf moet ik even bijkomen van het feit dat Ingmar Heytze, ex-staddichter van Utrecht, voor me in de rij staat. Zo is het namelijk ook wel weer: sterallures kunnen de dichters zich niet veroorloven. Wie niet optreedt staat gewoon tussen de bezoekers. De optredende dichters overigens ook, waardoor ik me bij elke intellectueel uitziende persoon afvraag of het misschien een dichter is.

GrecoSinds vorig jaar vindt het festival weer plaats in de grote zaal van Vredenburg. Tot in de toppen van de arena zit het publiek en ook ik neem plaats in een van de concertbanken. Als ik een gesprek van een buurman afluister, concludeer ik dat de mensen goed op de hoogte zijn van de avond en haar regels. Literatuur mag steeds hipper worden, hier komt men echt voor de inhoud, zoveel is duidelijk. Toch zijn er ook publiekstrekkers als Jules Deelder en Ilja Leonard Pfeijffer uitgenodigd.

Jonge dichter Maarten van der Graaff opent de Nacht. Zijn gedichten zijn niet altijd toegankelijk, maar hij draagt zijn werk natuurlijk voor, zonder veel poespas. Het is een enigszins ingetogen begin van de Nacht. Er is een afwisseling van gevestigde dichters en debutanten, dus een ‘legende’ als K. Schippers treedt in hetzelfde blok op als Van der Graaff. Het laat zien dat er ook sterren in de poëziewereld zijn, maar dat ze het nooit zo bont zullen maken als de sterren uit de popmuziek. K. Schippers draagt voor uit zijn recente werk, maar zoals elke ster heeft hij ook zo zijn hits. De grootste klassieker van de avond is zijn ‘Liefdesgedicht’: ‘Je hebt de dingen niet nodig / om te kunnen zien // De dingen hebben jou nodig / om gezien te kunnen worden.’

Naast Piet Piryns presenteert dichteres Esther Naomi Perquin de Nacht van de Poëzie. Over elke dichter heeft ze een grappige, lichtelijk jaloersmakende anekdote paraat. Over K. Schippers vertelt ze dat ze hem eens kwijtgeraakt was, en toen vreesde dat hij misschien in elkaar gezakt was op de wc. ‘Want dichters denken immers altijd aan de dood’, voegt ze eraan toe. Ze vond de dichter weer, en vertelde hem het hele verhaal nadien. K. Schippers raakte er zo door meegesleept, dat hij verwonderd vroeg: ‘En? Lag ik er?’

Veel dichters laten zich van hun meest humoristische of ontroerende kant zien tijdens hun voordracht. Pieter Boskma heeft bijvoorbeeld de lachers op zijn hand met titels als ‘Zelfportret als een vieze oude man’ en ‘Zelfportret als avontuurlijke kanarie’. Tevens kondigt Perquin hem aan als ‘De Clint Eastwood van de Nederlandse poëzie’. Alleen op de Nacht volstaat zo’n vergelijking.

De grootste naam tijdens het festival is de 88-jarige chansonnière Juliette Greco. Net als K. Schippers durft ook zij een klassieker voor het voetlicht te brengen. Ze eindigt met ‘Ne me quitte pas’. Het is bijna onmogelijk om deze evergreen nog origineel brengen, maar toch is het een verademing dat ze hem zingt. Inclusief een gelaten gezichtsuitdrukking en dramatische gebaren.

gaensHet optreden van Dennis Gaens is een van de hoogtepunten van deze editie van de Nacht. Gaens is een soort hedendaagse beatdichter, die in zijn debuut vooral leeftijdgenoten uit de skatecultuur aan het woord laat. Catchphrases als: ‘Ze zijn het vaak oneens, maar vooral over wat het heetste deel van de vlam is.//Dat heeft volgens mij met hun lievelingskleur te maken’ doen het goed.

Hoe later het wordt, des te duidelijker het is dat vooral de twintigers lang blijven. Presentator Piet Piryns waarschuwt ons toch: ‘U kunt nu nog niet naar huis gaan. Dat krijgt u thuis niet uitgelegd’. Als er tijdens het laatste optreden van Typhoon voorzichtig gedanst wordt, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat zelfs liefhebbers hier alle standaardideeën over poëzie kunnen loslaten. De Nacht is een echte ode aan, maar ook vernieuwing van de poëzie. Het laat zien dat ook literatuur voor een groot publiek is, zolang je het maar afdwingt. Dat dichters op een podium horen, voor een grote zaal. Ook komen zij elkaar graag tegen in een bubbel van poëzie. Als ik in de rij bij de garderobe toch even op mijn telefoon kijk, zie ik in elk ontvangen bericht een gedicht. Want dat is wat de Nacht van de Poëzie is: een plek die maakt dat je wereld even uit poëzie bestaat.

Foto’s: Annemarie Sint Jago

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie oktober 2015.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven