Duister eiland van Sandi Tan

Duister eiland van Sandi Tan. Voor iedereen die genoten heeft van Het huis met de geesten van Isabel Allende.

Wie zo lang heeft geleefd als ik en de dingen heeft gedaan die ik heb gedaan, weet dat er ooit een afrekening moet komen. De mijne kondigde zich stilletjes aan – in een bibliotheek nog wel.
Elke zaterdag ging ik, als iemand die trouw een graf verzorgt, in het Archief voor Oorlogszaken een bepaald boek opzoeken. Dat boek maakte deel uit van mijn privéonderzoek, mijn geheime research, zo je wilt – niet dat ik me ooit om geheimhouding heb hoeven bekommeren.

Maar vanochtend is mijn boek verdwenen. Het staat niet op zijn gebruikelijke plek verstopt, in het mufste hoekje van de afdeling Oorlogsmisdaden achter een nimmer geraadpleegde genocide-encyclopedie.
Als ik in de lege ruimte tast, voel ik de paniek van een moeder die op het schoolplein aankomt en ziet dat haar kind er niet is.
Maar ik haal opgelucht adem: twee bibliothecaressen zijn boeken van de planken aan het halen. Alles wat door ouderdom is aangetast of een beschadigde band heeft, of het nu het Communistisch Manifest is of een introductie tot harakiri: als het oud lijkt, moet het weg.

Ik loop naar de boekenkar bij de uitgang waar de afdankertjes apart worden gehouden en begin het ene na het andere stoffige boek te bekijken. Wonderbaarlijk genoeg valt mijn oog op het rode omslag van het boek in kwestie, míjn boek, met de onelegante titel in verschoten goud op de rug: After the Ghost: Good Shepherds in the Post-Colonial World van het Vlaamse echtpaar Lucas Van Kets en Marijke Jodogne, al lang niet meer in druk en nergens te krijgen. Ik druk het tegen mijn borst.

De jongste bibliothecaresse, een modebewust meisje met zoveel zwarte make-up om haar ogen dat ze wel een panda lijkt, klost voorbijop haar met bont gevoerde laarzen. Ze glimlacht even naar me. Ze vindt me natuurlijk maar een eenzame oude stumper omdat ik zo vaak op deze treurige plek ben.

Het is inderdaad vreemd dat ik me zo verbonden voel met een boek dat verder geen mens interesseert. Toen het in 1974 verscheen wilde ik er niets mee te maken hebben. In het laatste hoofdstuk stond een kort interview met mij, rammelend van de foutief geciteerde uitspraken, naast een onflatteuze foto waarop ik botten op een begraafplaats raap. Eronder stond het faliekant verkeerde onderschrift: ‘Inheems meisje bezig met hekserij’.
Ik sla het oude, gebonden boek open en snuif de geruststellend muffe geur op. Dan laat ik mijn bestofte vingers snel naar de laatste passage over Black Isle gaan. Maar… wat is dit?

Mijn bladzijden zijn weg, gestolen – stuk voor stuk – eruit gescheurd.
En de foto…
Verwoede krassen van een viltstift, als een zwart spinnenweb. Iemand heeft me een duivelskop gegeven. Het brengt me volkomen van mijn stuk. Mijn vingers worden slap en het boek valt op de grond. Mijn hoofd bonst. Beelden flitsen op in zwart, wit, zwart, wit, zwart, wit.

Ik zal uit wanhoop een kreet hebben geslaakt, want Panda komt terug met een geërgerde frons op haar gezicht. Ik wijs naar het boek, dat op zijn rug ligt met de geamputeerde bladzijden open en bloot naar boven.
‘Wie doet nu zoiets?’ Ik probeer mijn woede weg te slikken. ‘Waarom…’

7 voorkant Duister Eiland

Boekgegevens

Sandi Tan, Duister eiland, Uitgeverij Artemis, ISBN 978 90 472 0259 2 (€ 21,95)
Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie agustus 2013.

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven