Barnard, geboren in Rotterdam, studeerde theologie in Utrecht, en werd predikant in diverse plaatsen: Hardenberg, Nijmegen, Rozendaal. Hij had zijn talent al vanaf zijn jonge jaren aan de literatuur, met name aan de poëzie gewijd: onder zijn vaste pseudoniem Guillaume van der Graft debuteerde hij al in 1946, met de bundel In exilio. Vogels en vissen, uit 1953, betekende zijn doorbraak in de poëziewereld. Zelf noemde hij zijn werk ‘poëto-theologie’: de dichtkunst en zijn theologische werk stonden dicht bij elkaar. In de jaren zestig bracht hij geen poëzie meer uit, maar vanaf 1973 (de bundel Na veertig) schreef hij weer. In tegenstelling tot de meeste andere dichters-dominees vertelde Van der Graft was de bijbel niet het eindpunt, maar het beginpunt: hij vertelde de Schrift niet na, maar liet zich erdoor inspireren. Hij dacht na en twijfelde, veel meer dan andere dichters-dominees.
Hoewel hij gelijk opging met de Vijftigers, bleef Van der Graft een buitenstaander. Weliswaar ontving hij prestigieuze prijzen, zoals de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs (voor Vogels en vissen) en de poëzieprijs van de stad Amsterdam, maar hij stond nooit nadrukkelijk in de schijnwerpers. Na zijn terugtreden als predikant, in 1975, ging hij in Utrecht wonen. Hij bleef, in stilte, poëzie uitbrengen, maar bleef altijd een beetje buiten de aandacht. Niettemin was hij een van de belangrijkste twintigste-eeuwse dichters.
Willem Barnard / Guillaume van der Graft is 90 jaar geworden.
Bron: Literatuurplein.