Column Lex Jansen: Historische sensatie

Prinses Sophie, de dochter van koning Willem ll en Anna Paulowna, trouwde met de groothertog van Saksen Weimar.

Bij haar vertrek van Sophie naar Duitsland bleef Kwasi – een van de twee Ashanti-prinsjes uit De zwarte met het witte hart – verweesd achter. Heimelijk had hij gevoelens voor de prinses. Om toch weer dichter bij haar te zijn, koos hij voor een studie tot mijnbouwingenieur aan de academie in Freiberg, een slaperig stadje tussen Dresden en Weimar.
Regelmatig werd hij uitgenodigd op het groothertogelijk kasteel. Zo kon Kwasi in de buurt zijn van zijn Sophie. Graag zat hij te dromen op een bankje in het park. Die plek staat ook nu nog bekend als Ashanti’s Höhe.
Omdat Arthur onderzoek wilde doen naar Kwasi’s tijd in Freiberg en Weimar, waren we een week in de stad van Goethe en Schiller, in de DDR. Op donderdag hadden we een afspraak met de conservator van het archief van de mijnbouwacademie. De trein naar Freiberg leek op de Fleischmann miniatuurtrein, waarmee mijn broer en ik speelden op regenachtige dagen.
In zijn kantoor had de conservator negentiende-eeuwse jaarboeken klaargelegd, maar voordat hij Arthurs nieuwsgierigheid zou bevredigen moesten er eerst allerlei DDR-formulieren ingevuld en reeksen vragen beantwoord worden. De man maakte direct duidelijk dat hij er niet één over zou slaan. Omdat hij alleen Arthur had uitgenodigd in zijn domein, wachtte ik met een kop slappe thee in de belendende kamer. Hun gesprek kon ik niet volgen, maar uit de toon maakte ik op dat er niet veel spannends uitgewisseld werd. Zouden ze Kwasi’s naam vinden in een van die in leer gebonden jaarboeken?
Ik werd zenuwachtig van het wachten, maar meer nog van de verwachting zelf. Alsof ik op het punt stond Kwasi in levende lijve te ontmoeten. Ineens zag ik in de boekenkast langs de wand ook jaarboeken staan, van buitenlandse studenten. En terwijl in de kamer naast mij het ene na het andere boek terzijde werd gelegd – ‘Nee, hier staat hij niet in’ – bladerde ik door 1847 en 1848. Arthur hoorde me juichen en kwam direct naar me toe. Daar stond hij: Akwasi Boachi. Niet eerder was zijn aanwezigheid zo voelbaar geweest. De euforie die ik op dat moment ervoer noemde Hella Haasse de historische sensatie. Ik heb hem vaker mogen ervaren, maar nooit zo overweldigend als die eerste keer.

Jarenlang was Lex Jansen de uitgever en het gezicht van De Arbeiderspers. Nu is hij directeur van het door hem opgerichte Magonia: uitgeverij en centrum voor schrijfbegeleiding.

www.magonia.nl

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2015

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven