Margot Vanderstraeten – Jeugdboeken

Ik vertel aan alle studenten dat ze niet moeten denken dat ze kunnen schrijven, als ze ook niet kunnen lezen. Alleen
iemand die vele reportages en interviews leest, zal een zintuig ontwikkelen om goed van slecht te onderscheiden.
Bewust of onbewust. Dat doet er niet eens toe. Ik denk niet dat er veel schrijvers bestaan die in hun kindertijd en jeugd niet veel hebben gelezen. Het verslinden van boeken is een voorwaarde om later zelf boeken te schrijven, voilà. Uiteraard zijn er nog vele voorwaarden. Maar dat fundament: dat kun je achteraf nog moeilijk aanleggen.
Ik las alles wat er te lezen viel. Ik denk dat ik tot mijn dertiende jeugdboeken heb gelezen. Daarna stapte ik over
naar boeken voor volwassenen. Het maakte niet uit dat ik er niet alles van begreep. Ik absorbeerde. En ik werd meegenomen.
Hoe vaak zou ik niet met een boek op de schoot op de bank hebben gezeten. Mijn ouders riepen om de tafel te dekken.
Maar ik, kind van een jaar of tien, twaalf, kon dat boek niet wegleggen. ‘Eerst nog dit hoofdstuk aflezen’. Karl
May kende ik vanbuiten. Winnetou en Arendsoog: ze waren de mannen met wie ik het eerst naar bed ging, en die me de hele nacht wisten te boeien. Uiteraard ook Jan Terlouw: Koning
van Katoren werd door een leraar in de vijfde lagere klas voorgelezen, ik was toen 11 jaar, en ik herinner me nog als gisteren de gebalde aandacht die in de verzamelde klassen hing. De man kon écht voorlezen. Toch is hij niet lang in
die school gebleven. Hij was jong en knap. Te knap en te stedelijk voor het dorp waar ik school liep. Kruistocht
in Spijkerbroek? Zeker vijf keer gelezen. Ik ken vele kinderen die dankzij Harry Potter en J.K. Rowling trek
gekregen hebben in verhalen en in fantasie. De huidige, grote kaskrakers – waaronder ook de muis Stilton behoort – en de klassiekers onder de jeugdliteratuur – Annie M.G. Schmidt, Roald Dahl, Astrid Lindgren, Per Olov Enquist, Tonke Dragt, Charles Dickens, en vele anderen – hebben altijd al de weg bereid voor andere verhalen en andere werelden. Het gaat om ‘de goesting’ die geprikkeld wordt en
werd. En die in de meeste gevallen levenslang aanhoudt.
Als dat geen reden voor grote dankbaarheid is!

Margot Vanderstraeten

Dit artikel is eerder verschenen in de Boekenkrant editie
van oktober 2012.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven