Margot Vanderstraeten – Je kunt niet vallen als je leest

Of ik kan uitleggen waarom ik lezen zo fijn vind, vraagt het knaapje, hij is een jaar of twaalf, en hij twijfelt of hij lezen nu leuk zal vinden of niet. De keuze die hij zal maken, zal van zijn vriendjes afhangen.
Maar het knaapje toont zich uiterst nieuwsgierig.
En nog hoopgevender: hij kan een hele tijd naar de boekenkast staren.
‘Zoveel boeken! Mijn mama heeft alleen kookboeken. En mijn papa heeft boeken over vliegtuigen, en ook een paar over geschiedenis, en een atlas. Meestal woon ik bij mijn mama.’ Zo bijster veel boeken – een volle wand van drie op drie ongeveer – bezit ik niet. Ik ken vrienden met veel meer boeken. Op hen ben ik jaloers. Zelfs als ik mijn emoties probeer te beheersen.
Maar waarom lezen dus zo fijn is?
Moeilijke vraag, antwoord ik.
‘Waarom is dat een moeilijke vraag. Ik weet waarom ik graag voetbal.’
‘Waarom?’
‘Ik vind rennen tof. En vallen. Goals maken. Met mijn vrienden zijn. Me vuil maken. Ik ben ook graag buiten, ook als het regent, voetballen in de regen is dubbel zo fijn.’
‘Ah.’
‘En lezen?’
‘Ik denk dat je dat met voetballen kunt vergelijken.’
‘Maar neen!’
‘Jawel.’
‘Je kunt niet vallen als je leest, zotteke. En je maakt je niet vuil. En je moet niet rennen. En er is geen bal.’
‘Toch wel. Je kunt vallen als je een goed boek leest. Je kunt vallen over wat er staat. Omdat je ervan schrikt. Of omdat je het niet had verwacht. Of omdat het je aan het lachen of huilen brengt. En zo kun je je ook vuil maken. Snap je dat? Niet dat je kledij of je knieën vuil worden. Maar je voelt dat de letters en zinnen die je hebt gelezen aan je blijven kleven. Heb je dat nog nooit gehad? Dat een boek aan je blijft plakken. Of dat een personage uit een boek jou niet wil verlaten?’
‘Ja…’
‘Zie je.’
‘Ja, maar lezen doe je alleen, en voetballen kan met een ploeg.’
‘Als je leest, ben je alleen, en in stilte, dat klopt. En je moet vandaag erg moedig zijn om alleen en in stilte te willen zijn, want iedereen wil natuurlijk voetballen. En toch ben je niet alleen, jongen. Want je praat met de taal, met de personages en met het verhaal. En daarna, als je nadenkt over wat je hebt gelezen, praat je met jezelf. En nog later met de wereld. Je leert uit elk boek iets dat je later in de wereld gebruikt.’
‘Hmm…’
‘Ik denk dat je na het lezen van een goed boek nooit meer hetzelfde jongetje kunt zijn als voordien. Met een goede voetbalmatch is dat toch ook zo. Die verandert je. Je wint iets. Niet alleen de match, nog iets anders. Je bent trots op jezelf en je makkers. Je voelt dat je sterker wordt, heb je dat niet? En soms word je zwakker. Als je verliest, bijvoorbeeld. Of als je een kans mist. Anderzijds: verlies kan je ook sterker maken.’
‘Nu word je moeilijk.’
‘Maar heb je een beetje door wat ik bedoel?’
‘Ja, toch wel. Maar er is geen vriendje dat me zal geloven als ik zeg dat lezen een vorm van voetballen is.’

Margot Vanderstraeten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven