Jarenlang was Lex Jansen de uitgever en het gezicht van De Arbeiderspers. Nu is hij directeur van het door hem opgerichte Magonia: uitgeverij
en centrum voor schrijfbegeleiding.
LEX JANSEN
Ondanks de felle buien, de donkere luchten en de lage temperaturen lijkt er warmte te zijn in de straten van de Utrechtse binnenstad. Voor het eerst in jaren is de lantaarn van de Domtoren uit de steigers en dus weer zichtbaar, de feestverlichting hangt overal en aan de etalages is extra aandacht besteed. In een straal van een paar honderd meter rondom mijn huis zijn maar liefst vier zeer goede boekwinkels: Bijleveld, Savannah Bay, Broese en Steven Sterk. Dáár, maar ook bij een aantal antiquariaat boekhandels in de buurt, ervaar ik een terughoudende feestelijkheid. Alsof vreugde niet helemaal op zijn plaats is. Strijd, lelijkheid en uitsluiting werpen schaduwen die zelfs tot in de winkels reiken. En toch wordt er tussen de honderden titels gezocht naar het schone, het ware en het goede; misschien omdat het tegendeel ons de adem ontneemt.
Vorige week had ik een afspraak met een auteur die vertelde over meer dan tweehonderd jaar Kunstliefde. Deze kunstenaarsorganisatie grijpt terug op het Zadelaarsgilde uit de veertiende eeuw en het zeventiende-eeuwse Lucasgilde voor schilders en beeldsnijders. De naam Kunstliefde
wordt al sinds 1814 gebruikt. Ondanks al het lelijke in de wereld is er al die eeuwen altijd ook liefde voor de kunsten geweest. Dat moet toch reden zijn voor feestelijkheid, ondanks de terughoudendheid. Door de alternatieve werelden die kunst me laat zien – en dat geldt zeker ook voor de literatuur – ben ik in staat om me in een ander te verplaatsen. Lezend kan ik reizen door onbekende gebieden, zonder angsten voor het vreemde, het nieuwe, of het andere. Voor mijn verjaardag kreeg ik van een vriend een kunstwerk van Evert van Kooten Niekerk. Het is een kop van George Sand. Deze vrouw was niet alleen een uitzonderlijke schrijfster, ze was ook nog eens een inspiratie voor mensen als de dichter Alfred de Musset, de musicus Frédéric Chopin en schrijvers als Flaubert en Proust. Misschien willen de kunstenaars van Kunstliefde, een schrijfster als George Sand en zelfs de feestelijke aankleding van de Utrechtse binnenstad me laten zien dat er meer is dan strijd, lelijkheid en uitsluiting. Ik probeer het te zien, overal om me heen. Vanmorgen liep ik met mijn hondje over de werf langs de Oudegracht, ter hoogte van de Twijnstraat. Bovenop een trapgevel zat een nijlgans. Onbeweeglijk, alsof hij in steen gehouwen was. Basso en ik stonden naar hem te kijken toen hij ineens zijn vleugels spreidde en het luchtruim koos. Vrijheid.
Dit column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2023.