Half november bereikte ons het bericht dat Dordrecht een nieuw stripmuseum krijgt. Eerder dit jaar werd al bekend dat het Nederlands Stripmuseum in Groningen, dat met sluiting werd bedreigd, open blijft en in 2017 een nieuw onderkomen krijgt binnen het stadsforum in Groningen. Tot die tijd is iedereen nog welkom op de huidige locatie aan de Westerhaven.
Ook in Antwerpen zijn ideeën om iets te doen met de presentatie van strips. De stad heeft vergevorderde plannen voor een belevingspark rond het Belgische stripverhaal. De Scheldestad wil zich hiermee op de kaart zetten als de stripstad. Met het Centrum voor het beeldverhaal en het charmante Marc Sleen museum, beide in Brussel, zijn er met een beetje geluk straks tenminste vijf locaties voor stripexposities in ons taalgebied. Aan degenen die dat wat veel vinden, geef ik graag ter overweging dat in Nederland alleen al elf natuurhistorische musea zijn. En het aantal musea en expositieruimtes voor moderne kunst is ontelbaar. Daarover wordt zelden opgemerkt dat het misschien iets te veel van het goede is.
Strip is, met name in Nederland, het onderschoven kind van de beeldende kunst. De berichtgeving over het nieuwe stripmuseum in Dordrecht illustreerde dat prachtig. Een landelijke krant wijdde een artikel aan dit feit en plaatste daarbij een afbeelding. Journaliste noch redactie had echter enig idee uit welke strip de afbeelding afkomstig was en wie het had getekend. Evenmin had men de moeite genomen om dat uit te zoeken. In de credits werd slechts vermeld dat het een stripfiguur betrof. Geen naam van de tekening of de strip waaruit het afkomstig is, geen vermelding van de kunstenaar. Alleen een stripfiguur. Alsof ieder stripfiguur inwisselbaar is voor een ander. En alsof de maker er niet toe doet.
Het is als bij het portret van Jan Six door Rembrandt alleen maar ‘een portret’ vermelden, of bij De Denker van Rodin, ‘een beeldhouwwerk’. Of bij de foto van willekeurig welke fotograaf zetten dat het ‘een foto’ is. Zou de betreffende krant daar net zo gemakkelijk mee wegkomen? Als stripmusea bijdragen aan meer kennis van een kunstvorm en voor meer respect voor de makers daarvan, kunnen er daar geen genoeg van zijn.
Hallo Caroline,
Maar nu maak je me nieuwsgierig, om wel stripfiguur ging het nu?
Haha. De betreffende tekening is te zien in de papieren Boekenkrant, die je gratis kunt ophalen bij de onafhankelijke boekwinkel. Om je nieuwsgierigheid een beetje te bevredigen, het betrof een plaatje van luitenant Brandon uit de strip Kapitein Kreiss getekend door John Heijink.