Ceci n’est pas un suicide

We kennen ze natuurlijk van Dan Brown: de detectivemysteries waarin het werk van een kunstenaar de leidraad is. Maar in De zaak Margritte staat eens geen renaissancekunstenaar, maar een moderne surrealist centraal.

Door Ezra Hakze

In 2017 is het vijftig jaar geleden dat kunstenaar René Magritte overleden is. Een goed moment om misdaadschrijver Toni Coppers een boek over hem te laten schrijven, vonden de erven van Magritte. Geen vreemde gedachte, want zijn surrealistische kunst heeft van zichzelf iets mysterieus.

In De zaak Magritte is behalve de werken van de Belgische kunstenaar nog een andere rode draad aanwezig, namelijk de terroristische aanslag die in 2015 in Parijs plaatsvond. De vrouw van hoofdpersoon Alex Berger is hierbij omgekomen, en sindsdien is hij niet meer in staat om zijn recherchewerk te doen. Pas als een collega hem vraagt voor een serie moordzaken waarbij hij zich persoonlijk betrokken voelt, weet hij zichzelf weer op de been te krijgen. En dat is waar Magritte om de hoek komt kijken: op de plaats delict ligt steeds een briefje met daarop de tekst: ‘Ceci n’est pas un suicide’. Aan het verlies van zijn vrouw bij de aanslag houdt Berger een alcoholverslaving en vele emotionele problemen over, waardoor het boek zeker geen lichte kost is. Het opnemen van deze maatschappelijke realiteit is een originele keuze voor een detectiveverhaal. Dat neemt niet weg dat het wat geraffineerder verteld had kunnen worden, want Bergers depressie ligt er soms erg dik bovenop.

Ook laat Coppers hier en daar weinig over aan de verbeelding van de lezer. Bijvoorbeeld als de rechercheurs blijven herhalen hoe vreemd de verwijzingen naar Magritte zijn: de verdachte is ‘een halve analfabeet’ met weinig kennis van kunst. Als lezer kun je dat gebrek aan kunstkennis allang vermoeden door de beschrijving van het personage. Verrassender is het werk van Magritte zelf. Wat hadden bijvoorbeeld die sluiers te betekenen, die in veel van zijn portretten terugkeren? Coppers verweeft dit soort vraagstukken moeiteloos met zijn verhaal, zonder daarbij een schoolmeester te worden. Een grappig detail is dat de Magritte-kenners in het boek zelf ook nogal surrealistisch zijn. Zoals Paul Derijcke, een inspecteur met een obsessie voor volle maan en een kledingstijl die uit het Magritte-tijdperk stamt.

Met één centraal schilderij als uitgangspunt heeft Coppers de thema’s en biografie van Magritte op een handige manier in het verhaal verwerkt. Het maakt van De zaak Magritte een detective waarvan de kunstenaar zelf, ondanks zijn rijke fantasie, waarschijnlijk niet had kunnen vermoeden dat zijn werk er ooit de aanleiding voor zou zijn.

Boekgegevens

Toni Coppers, De zaak Margritte, Uitgeverij Manteau, 272 pagina’s (€ 21,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkranteditie september 2017.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven