Het Van Gogh Museum en het Huygens Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen besloten in 1994 de Nederlandstalige en Franstalige brieven letter voor letter over te schrijven, in het Engels te vertalen, te dateren en te analyseren. Er was vijf jaar gepland voor de klus, maar die duurde tien jaar langer.
Drie onderzoekers, zes vertalers en 23 stagiaires hielden zich bezig met de één miljoen woorden die Van Gogh op papier zette. Bij het overschrijven van de brieven hielden ze zo veel mogelijk vast aan de authenticiteit. ‘We hebben zo weinig mogelijk verbeterd of opgepoetst,’ zegt onderzoeker Leo Jansen. Onderzoekers identificeerden alle personen die door Van Gogh werden genoemd, van kunstenaars en boekhandelaren tot boeren en dominees. Ook alle tweeduizend kunstwerken die de schilder noemde in zijn brieven, zijn geïdentificeerd.
Voor het dateren maakten de onderzoekers gebruik van meteorologische gegevens in Nederland en Frankrijk, de landen waar de schilder woonde en werkte. ‘Van Gogh schreef bijvoorbeeld dat het een paar dagen regende, waardoor hij niet buiten kon werken.’
De monsterklus heeft volgens Jansen ‘duizenden details’ opgehelderd, maar de brieven laten vooral zien dat Van Gogh een gedisciplineerd mens was, die stap voor stap te werk ging. ‘Hij was eigenlijk een groter kunstenaar en een interessanter denker dan ‘de geniale gek’ waar veel mensen hem voor aanzien.’
Het Van Gogh Museum toont vanaf vrijdag een selectie van ruim 120 originele brieven, samen met werken waar Van Gogh over schreef. Koningin Beatrix zal de tentoonstelling woensdagavond openen. Daarna gaat ook de website www.vangoghletters.org, waarop alle brieven zijn te vinden, de lucht in.
BRON: ANP