Boekfragment: Maangloed

Na verschijning van zijn debuutroman, reist Michael Chabon naar zijn moeders huis voor een bezoek aan zijn terminaal zieke grootvader. Op zijn doodsbed vertelt zijn opa over de rebelse jonge man die hij ooit was. Het resultaat is de roman Maangloed.

Eind jaren dertig had mijn grootvader, als hij zijn geld niet bij elkaar sjacherde met biljarten, een vierjarige technische opleiding gevolgd, die hij bekostigde door voor het warenhuis Wanamaker’s piano’s te bezorgen. Zijn schouders vulden de hele deuropening. Zijn kroezende haar had zich aan de dagelijkse portie Brylcreem ontworsteld en deinde boven op zijn hoofd. Zijn gezicht was zo rood aangelopen dat hij wel verbrand leek. ‘Ik heb nog nooit iemand zó kwaad gezien,’ zei een ooggetuige tegen de verslaggever van de News. ‘De rook kwam zowat uit zijn oren.’
De directeur van Feathercombs ontdekte tot zijn verbazing dat hij zijn goedkeuring had gegeven voor het ontslag van een gevaarlijke gek. ‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg hij.
Dat was een zinloze vraag en mijn grootvader verwaardigde zich dan ook niet hem te beantwoorden; hij trapte niet graag open deuren in. De meeste vragen die mensen stelden dienden volgens hem vooral om loze ruimte op te vullen, je in je bewegingsvrijheid te beperken en je energie en aandacht af te leiden. Maar goed, mijn grootvader en zijn emoties hadden nooit echt met elkaar overweg gekund. Hij greep het rafelige uiteinde van het telefoonsnoer. Hij wikkelde het twee keer om zijn linkerhand.
De directeur probeerde op te staan, maar zijn benen raakten in de beenruimte onder zijn bureau in elkaar verstrikt. Zijn stoel schoot onder hem uit en viel met ratelende wieltjes om. Hij slaakte een kreet. Een sappig geluid, bijna jodelend. Mijn grootvader stortte zich op de directeur, die zijn gezicht naar het raam draaide, dat uitzag over East Fifty-seventh Street. Hij had net genoeg tijd om te zien dat de voorbijgangers zich beneden op de stoep leken te verzamelen. Mijn grootvader sloeg het telefoonsnoer om de nek van de directeur. Hij had nog een minuut of twee voordat de raket van zijn woede door zijn brandstof heen zou zijn en weer naar de aarde zou terugvallen. Dat was ruimschoots genoeg. In de Tweede Wereldoorlog had hij met een garrot leren werken. Hij wist dat wurgen, mits goed uitgevoerd, weinig tijd kostte.
‘O god,’ zei de secretaresse, Miss Mangel, die te elfder ure op het toneel verscheen. Ze had snel gereageerd toen mijn grootvader haar kamer in was komen stormen, waarbij hij, zo herinnerde ze zich later, een geur van brandend hout verspreidde. Ze was erin geslaagd twee keer op de zoemer te drukken voordat mijn grootvader de telefoonhoorn uit haar hand griste. Hij pakte de intercom. Hij rukte het snoer van de hoorn uit het toestel. ‘Dat zult u moeten vergoeden,’ zei Miss Mangel.
Toen mijn grootvader tweeëndertig jaar later zijn verhaal vertelde, zette hij een bewonderend vinkje achter de naam van Miss Mangel, maar toen zijn raket nog maar halverwege zijn opwaartse vlucht was, klonken haar woorden hem als een provocatie in de oren. Hij smeet het intercomtoestel door het raam van Miss Mangels kantoortje naar buiten. Het gerinkel dat de directeur had gehoord, was de intercom, die door een spinnenweb van glas naar de straat zeilde. Miss Mangel hoorde een verontwaardigde kreet opstijgen en keek uit het raam. Op de stoep zat een man in een grijs pak omhoog te kijken. Er zat bloed op zijn ronde linkerbrillenglas. Hij lachte. Er bleven mensen staan om hem te helpen. De portier kondigde aan dat hij de politie ging bellen.

Boekgegevens

Michael Chabon, Maangloed, vertaling: Gerda Baardman, Jan de Nijs en Tjadine Stheeman, Uitgeverij Ambo Anthos, 480 pagina’s, ISBN 9789026337772 (€ 24,99)

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven